Nog geen excuses voor opgesloten jongeren om misstanden jeugdzorg
Jongeren die het slachtoffer zijn geworden van intimidatie, vernedering of geweld tijdens hun verblijf in een gesloten jeugdzorginstelling, krijgen vooralsnog geen excuses van het kabinet. Partijen in de Tweede Kamer dringen daarop aan. Maar demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen (Jeugdzorg) wil eerst nog een onafhankelijk onderzoek naar de misstanden, zei hij tijdens een debat. Onder meer GroenLinks-PvdA, SP en NSC wezen erop dat er al tal van onderzoeken liggen die aantonen dat het al jaren flink mis is op de gesloten afdelingen.
De bewindsman kan daarvoor al excuses maken, vinden Kamerleden, maar Van Ooijen wil eerst een nieuw onderzoek. Dat onderzoek wordt onderdeel van „een proces naar erkenning” voor de betrokkenen. Van Ooijen wil liever een „zorgvuldige en inhoudsvolle erkenning” dan zomaar „sorry” zeggen, zei hij. Zijn uitspraak eerder in het debat dat „dit nooit had mogen gebeuren” laat volgens hem al zien dat hij ervan overtuigd is dat hij het „huiveringwekkend” vindt wat er is gebeurd met kwetsbare kinderen die juist veiligheid nodig hebben. De Kamer is er niet gerust op dat aan de ongewenste praktijken nu een eind is gekomen.
In het nieuwe onderzoek wordt gesproken met opgesloten jongeren, vroegere cliënten en ook met medewerkers. Van Ooijen wees erop dat zo’n onderzoek een aanbeveling is van Jason Bhugwandass, die ooit zelf op een gesloten afdeling zat en ook onderzoek deed naar de ervaringen. Hij kwam met veel heftiger signalen en gebeurtenissen dan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) tot dusver naar boven haalde. De inspectie moet haar werkwijze dan ook veranderen, vindt Van Ooijen. De Kamer is het daar roerend mee eens.
Zo willen partijen dat de inspectie actiever meldingen over misstanden oppakt. Van Ooijen benadrukt dat de inspectie onafhankelijk is, maar dat zijn ministerie wel verantwoordelijkheid draagt voor de manier van werken. Nadat eerder deze maand het rapport van Jason was gepubliceerd, worden geen jongeren meer opgenomen op gesloten afdelingen. In 2025 moeten jeugdinstellingen kleinschaliger zijn en in 2030 moet de gesloten jeugdzorg zijn afgebouwd, is afgesproken, maar 100 procent garantie kan Van Ooijen niet geven.
Een voorstel van NSC en GroenLinks-PvdA om in een beperkte parlementaire enquête te achterhalen waardoor het al die jaren mis kon gaan, en ook de rol van de Kamer daarin mee te nemen, krijgt waarschijnlijk niet voldoende steun.