Utrecht vraagt extra geld voor beken en waterkwaliteit Heuvelrug
De provincie Utrecht heeft bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) de definitieve maatregelenpakketten voor de aanpak van het landelijk gebied ingediend. Utrecht verwacht in eerste instantie geld te krijgen voor vier pakketten of onderdelen daarvan, maar om vaart te kunnen zetten achter de uitvoering heeft de provincie ook voor twee andere plannen geld gevraagd: ongeveer 15 miljoen euro voor het verbeteren van het watersysteem van de Utrechtse Heuvelrug en het ecologisch herstel van een aantal beken.
Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde in februari in met het verdelen van 1,28 miljard euro onder de twaalf provincies voor landbouw- en natuurmaatregelen. Utrecht heeft zicht op een bijdrage van 284 miljoen euro, het hoogste bedrag van alle provincies.
De Utrechtse maatregelenpakketten voor de Utrechtse Heuvelrug en het herstel van beken komen niet in aanmerking voor een bijdrage uit het budget van 1,28 miljard euro die het demissionair kabinet nu al heeft vrijgemaakt voor de aanpak van het landelijk gebied. Toch vindt de provincie het belangrijk om ook snel met die pakketten aan de slag te gaan. Utrecht raamt de kosten van het project Heuvelrug op ongeveer 12 miljoen euro. Voor het pakket Beekdalen denkt de provincie 3,1 miljoen euro nodig te hebben. De provincie vraagt het demissionair kabinet ook voor die pakketten geld beschikbaar te stellen, wellicht uit een andere pot dan voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied.
„We zijn natuurlijk al een hele tijd bezig en we doen wat mogelijk is, maar we hebben het geld hard nodig om door te kunnen. We hopen nu snel, samen met onze gebiedspartners, verder te werken aan het herstel van de natuur, een gezond watersysteem, duurzame landbouw en een goede toekomst voor onze boeren”, zegt gedeputeerde Mirjam Sterk (transitie landelijk gebied). „De energie die in bepaalde gebieden gewoon zit, waar boeren echt vooruit willen, kunnen we zo erin houden. En dan ook echt resultaten gaan boeken.”