Balten niet blij met uitnodiging Moskou voor bevrijdingsfeest
Sinds de onafhankelijkheid van Estland, Letland en Litouwen botert het niet echt tussen de drie Baltische staten en Rusland. Aanleiding voor de jongste wrijvingen is de uitnodiging van Moskou aan de lidstaten van de Europese Unie, om op 9 mei de zestigste verjaardag van de overwinning van het Rode Leger op nazi-Duitsland bij te wonen.
De herdenking in Moskou moet een groots gebeuren worden, evenals vorig jaar juni die van de invasie in Normandië. Meer dan vijftig regeringsleiders en staatshoofden zijn voor de plechtigheden uitgenodigd, onder wie de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kofi Annan.
Voor Estland, Letland en Litouwen is 9 mei 1945 een datum waarop ze niet met onverdeeld genoegen terugkijken. Weliswaar hebben deze drie landen ook genoeg te lijden gehad onder de Duitse bezetting, maar 9 mei betekende allerminst een bevrijding. De bruine dictatuur van het nationaal-socialisme maakte geruisloos plaats voor de rode onderdrukking van het communisme. De Baltische landen -die in de periode tussen de twee wereldoorlogen slechts een kortstondige onafhankelijkheid hadden genoten- werden in 1945 zonder slag of stoot door Moskou geannexeerd en omgevormd tot deelrepublieken van de grote Sovjet-Unie.
De annexatie betekende het begin van 36 jaar onderdrukking, deportaties en russificatie van de bevolking en cultuur. Voor deze periode staan met name twee momenten symbool: het pact in 1939 tussen de toenmalige Duitse minister van Buitenlandse Zaken Ribbentrop en zijn Russische ambtsgenoot Molotov -waarbij Midden-Europa tussen beide grootmachten werd bezet- en 9 mei.
In Stalin zien de Balten dan ook allesbehalve een bevrijder. Voor de Duitse inval in de Sovjet-Unie in 1941 was de rode dictator immers al begonnen met de deportatie van duizenden Balten naar Siberië, waar velen van hen omkwamen als gevolg van honger, kou en uitputting. De ’bevrijding’ door het Rode Leger zagen de Esten, Letten en Litouwers dan ook met weinig vertrouwen tegemoet. Dit wordt vaak als een van de redenen gezien waarom relatief veel Balten in 1944 aan de kant van de Duitsers gingen meevechten - een onderwerp dat in de drie landen overigens nauwelijks bespreekbaar is.
Het hoeft dus weinig verbazing te wekken dat er in het Balticum weinig animo is om op 9 mei in Moskou van de partij te zijn. Zeker als er op die dag sinds lange tijd weer een buste van Stalin wordt onthuld. Toch trekken de drie landen in hun afweging geen gezamenlijke lijn. Zo heeft de Letse president Vaira Vike-Freiberga, in tegenstelling tot haar ambtsgenoten in Estland en Litouwen, al toegezegd te zullen komen. Zij hoopt in Moskou ondermeer de Lets-Russische betrekkingen nieuw leven in te blazen.
Al acht jaar lang vindt er tussen beide landen geen enkel politiek topoverleg meer plaats. Oorzaak voor de moeizame relatie vormt de Russische minderheid in Letland, die zo’n 30 procent van de totale bevolking uitmaakt en die volgens Moskou door Riga wordt gediscrimineerd. Een ander probleem is het grensverdrag tussen beide landen, dat nog altijd niet is getekend. Dat laatste geldt trouwens ook voor Estland, dat eveneens een forse Russische minderheid binnen zijn grenzen telt (28 procent). Alleen met Litouwen -waarvan de Russen slechts 9 procent van de bevolking uitmaken- tekende Rusland in 1997 een grensverdrag.
Vike-Freiberga zal bepaald niet met hangende pootjes naar Moskou komen. Vorige maand publiceerde zij een verklaring, waarin ze naast Duitsland ook de Sovjet-Unie verantwoordelijk houdt voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vanwege de ondertekening van het Molotov-Ribbentrop-pact. Bovendien eist de Letse dat de Russische regering haar spijt betuigd over de onderdrukking door Moskou van Midden- en Oost-Europa.
Gesprekken met Rusland zou de Letse regering het liefst beginnen op basis van het vredesverdrag uit 1920 tussen beide landen. Daarvan kan volgens Moskou geen enkele sprake zijn, omdat Riga op grond van dit document aanspraak zou kunnen maken op Russisch grondgebied. Voor Moskou heeft het verdrag uit 1920 zijn geldigheid verloren met de -„vrijwillige”- aansluiting van Letland bij de Sovjet-Unie.
Ondertussen is niet iedereen in de landen aan de Oostzee even blij met het eigenzinnige optreden van Vike-Freiberga. De Litouwse held van de onafhankelijkheidsstrijd in 1991, Vytautas Landsbergis -tegenwoordig lid van het Europees Parlement- sprak van een „zeldzame en eenzijdige actie.” Voor hem staat de deelname aan een parade waarin „hymnes op Stalin” worden gezongen, gelijk aan de erkenning dat „Ruslands arrogante en on-Europese houding de juiste” is en dat Litouwen dat zou accepteren.
Of de Litouwse president, Valdas Adamkus, op 9 mei in Moskou zal zijn, is hoogst onzeker. Waarnemers houden er serieus rekening mee dat hij voor de eer zal bedanken. Ook in Tallin laat een beslissing nog op zich wachten.
Het optreden van Vike-Freiberga heeft in Moskou voor de nodige irritatie gezorgd. Tegelijk is de Russische regering niet van plan „iedereen ervan te overtuigen om de gebeurtenissen bij te wonen die de overwinning markeren van het Sovjetleger op het fascisme in Tweede Wereldoorlog”, aldus de voorzitter van de commissie Internationale Zaken van het Russische parlement, Konstantin Kosatsjev. „Als de leiders van de drie Baltische landen niet naar Moskou komen, zullen ze de viering voor ons absoluut niet verpesten, maar slechts zichzelf isoleren in Europa”, aldus Kosatsjev tegenover Interfax.
Met die uitspraak raakt hij een gevoelige snaar. De vraag is hoe Brussel zal reageren op de houding van de Balten. Of de EU in Moskou begrip zal proberen te kweken voor hun positie, is twijfelachtig. Grote landen als Duitsland en Italië zullen weinig zin hebben om zich de ergernis van Rusland op de hals te halen vanwege een in hun optiek bijkomstige zaak.