Ook van Haagse en Zwolse rechters moeten derdelanders vertrekken
Ook de rechtbanken in Den Haag en Zwolle hebben geoordeeld dat gevluchte derdelanders uit Oekraïne geen recht op bescherming meer hebben. Die regeling verliep op 4 maart. Dit betekent dat de vluchtelingen Nederland voor volgende week moeten verlaten, beslisten de rechters woensdag.
De zaken in Den Haag waren aanspannen door mensen die oorspronkelijk uit Pakistan en Marokko kwamen. In Zwolle ging het om mensen uit India en Turkije. Zij hadden allen een tijdelijke verblijfsvergunning voor Oekraïne toen Rusland dat land binnenviel. Ze vluchtten naar Nederland en kregen hier tijdelijk bescherming.
Eerder woensdag had de rechtbank in Utrecht bepaald dat twee derdelanders moeten vertrekken naar Algerije en Nigeria, waar ze oorspronkelijk vandaan kwamen. De rechtbank in Rotterdam kwam ook met die uitspraak in de zaak van iemand uit Algerije. Maar de rechtbank in Roermond had vorige week juist besloten dat derdelanders net zo lang bescherming moeten krijgen als alle andere vluchtelingen uit Oekraïne.
Doordat de rechtbanken elkaar tegenspreken, komen de zaken uiteindelijk waarschijnlijk terecht bij de Raad van State. Dat is de hoogste bestuursrechter. Tot nu toe is alleen de staatssecretaris van Justitie in beroep gegaan tegen de uitspraak uit Roermond. De Raad van State wil alle zaken samen behandelen, omdat ze over dezelfde vraag gaan. Het is nog niet bekend wanneer de hoogste rechters zich over de zaak buigen en wanneer ze uitspraak doen. Het is ook niet bekend of de derdelanders die definitieve uitspraak in Nederland mogen afwachten.