Utrechtse Staten komen gemeenten tegemoet bij windmolenplan
De Utrechtse Staten willen dat de provincie gemeenten tegemoetkomt die vooroplopen bij het realiseren van voldoende duurzame lokaal opgewekte energie. Een meerderheid van de Staten stemde woensdag in met een motie daarover van VVD, 50PLUS en CDA.
Gedeputeerde Staten van Utrecht hebben 27 gebieden aangewezen die het meest geschikt zijn voor het opwekken van windenergie. Gemeenten hebben zes maanden de tijd gekregen om aan te geven welke gebieden ze willen benutten voor windenergie. Als ze dat niet doen, kan de provincie de plekken aanwijzen.
VVD, 50PLUS en CDA wezen erop dat onder gemeenten onrust is ontstaan, omdat de provincie met een zogenoemd inpassingsplan de bouw van windturbines alsnog kan afdwingen. De drie partijen stellen dat de onrust niet bijdraagt aan een goede relatie tussen de provincie en gemeenten. In de motie riepen de drie fracties op om bij een eventueel inpassingsplan voor windturbines het allerlaatst te kijken naar gemeenten die vooroplopen bij het uitwerken van concrete plannen voor het opwekken van duurzame energie. De motie werd met 28 stemmen voor en 21 stemmen tegen aangenomen.
Eerder spraken de provincie en gemeenten af in 2030 2,4 terawattuur (TWh) aan zonne- en windenergie op te wekken. Om dat doel te kunnen bereiken, moeten er meer windturbines komen. Utrecht heeft er nu zestien. Daarmee is het de provincie met de minste windturbines. Afhankelijk van de opbrengsten van zonne-energie denkt de provincie dat er ongeveer vijftig extra windturbines moeten komen.