Ollongren verwacht dat F-16’s in najaar naar Oekraïne gaan
Nederlandse F-16’s gaan in het najaar naar Oekraïne. Dat verwacht minister Kajsa Ollongren (Defensie) die op bezoek is in het land dat iets meer dan twee jaar geleden werd aangevallen door buurland Rusland. Voor het eerst nam de minister een handelsdelegatie mee.
Het demissionaire kabinet geeft 24 gevechtsvliegtuigen aan de Oekraïense strijdkrachten. „We zitten op schema”, zegt de minister vanuit Kyiv telefonisch tegen het ANP. Denemarken geeft ook F-16’s. Die zullen al in de zomer worden gestuurd, de Nederlandse toestellen volgen daarna.
„Het zijn echt complexe wapensystemen en we willen niets overhaast doen”, aldus Ollongren. Nederland geeft samen met Denemarken en de Verenigde Staten leiding aan een internationale coalitie om Oekraïne te voorzien van gevechtsvliegtuigen. In Roemenië leren Oekraïners vliegen in Nederlandse F-16’s.
Ollongren sprak onder anderen met president Volodymyr Zelensky. Die vroeg ook naar een nieuw kabinet waar PVV, VVD, NSC en BBB over onderhandelen. De PVV was tot voor kort tegen alle hulp aan Oekraïne. „Hij vraagt het niet voor niets”, zegt Ollongren op de vraag of Zelensky bezorgd is. „Natuurlijk wil hij weten wat hij kan verwachten.”
Ze heeft bij Zelensky benadrukt dat er nog steeds „heel brede parlementaire steun” is voor hulp aan Oekraïne. Bovendien wijst ze erop dat al veel zaken op de rails staan zoals de levering van gevechtsvliegtuigen en het tien jaar durende veiligheidsakkoord dat premier Mark Rutte onlangs in Charkiv tekende.
De implementatie van dat akkoord is volgens Ollongren waar het nu om draait. Er staat onder meer in dat beide landen op defensiegebied gaan samenwerken. Daarom heeft ze ook een kleine handelsdelegatie uit de defensie-industrie meegenomen. De drie bedrijven hebben al hun eerste intentieverklaringen getekend.
De ondernemers zijn volgens haar „heel tevreden” dat ze de eerste stappen hebben kunnen zetten. Het gaat om afspraken op het gebied van drones en kunstmatige intelligentie. Ollongren hoopt later dit jaar nog met een grotere en bredere delegatie uit de defensie-industrie naar Oekraïne te gaan.
„Het is ook een technische oorlog geworden. Je moet snel aanpassen aan wat nodig is”, aldus de minister. „En de Nederlandse hightech heeft veel expertise en die kan hier direct worden toegepast.”
Ollongren was ook in de oostelijke stad Dnipro. Daar ging ze onder meer langs bij een onderhoudsfaciliteit waar ook door Nederland geschonken materieel wordt onderhouden en gerepareerd. „Het is vooral een strijd om hier reserveonderdelen te krijgen.”