Opinie

ChristenUnie en SGP

ChristenUnie en SGP zetten hun samenwerking op lokaal niveau voort. Dat is de uitkomst van een beraad dat de twee partijbesturen begin deze week met elkaar hadden.

18 February 2005 11:52Gewijzigd op 14 November 2020 02:14

Wie enig belang hecht aan die samenwerking, kan opgelucht ademhalen. Immers, na de matig verlopen verkiezingen voor het Europees Parlement, ruim een half jaar geleden, ontstond het zoveelste crisisje in de relatie tussen beide orthodox-christelijke partijen. ChristenUnie-leider Rouvoet wierp, nadat CU en SGP heel verschillend waren omgegaan met de affaire rond de onkostenvergoedingen van de europarlementariërs, openlijk de vraag op of het nog wel zin had met gecombineerde lijsten te blijven werken en in raden en staten als één fractie op te treden.

Nu, ruim een jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen, beantwoorden de twee partijbesturen die vraag met ja. We gaan door met onze samenwerking, zo luidt hun positief geformuleerde boodschap.

Toch ademt de uitkomst van het beraad weinig hartelijkheid, warmte en toeschietelijkheid. Als we zonder elkaar geen zetel in de raad kunnen halen, werken we bij de verkiezingen natuurlijk samen, geven de partijbesturen aan. Verder hebben gecombineerde lijsten de voorkeur wanneer dat „nuttig en noodzakelijk is”, aldus SGP-voorzitter Kolijn. Maar als plaatselijk blijkt dat een gecombineerde lijst hetzij potentiële CU-kiezers hetzij potentiële SGP-kiezers afstoot, gaat men afzonderlijk de verkiezingen in.

Het ja tegen de samenwerking is dus een uiterst minimaal ja. De korte samenvatting van de boodschap van beide partijbesturen lijkt te zijn: Liefst doppen we onze eigen boontjes, maar als het niet anders kan, willen we wel met elkaar samenwerken.

Die houding valt niet helemaal te begrijpen in een tijd dat bijbelgetrouwe christenen elkaar harder nodig lijken te hebben dan ooit. In een tijd waarin oprukkend moslimfundamentalisme en een liberale jihad proberen de postchristelijke samenleving naar hun hand te zetten. In een tijd ook waarin normen en waarden steeds verder afdrijven van de grondbeginselen van het christendom en waarin begin en einde van het menselijk leven steeds minder veilig zijn.

Natuurlijk betekent dit niet dat alle onderlinge verschillen tussen christenen dan maar gecamoufleerd moeten worden en dat het principe van eenheid eenzijdig moet domineren. Verschillen zijn er. Daarom bestaan er in ons land al decennia lang verschillende christelijke partijen. Die hoeven niet opeens op één hoop geveegd te worden.

Maar mede gelet op de nood der tijden zou je verwachten dat samenwerken in de praktische politiek door de partijbesturen wat warmer werd aanbevolen. Want werken we nu alleen samen omdat dat „nuttig en noodzakelijk” is, of ook omdat we het als een christelijke opdracht beschouwen om naar buiten toe zo veel mogelijk als eenheid op te treden? Om, zo veel als in ons is, ook in de politiek eensgezind op te trekken met die ons na staan?

Als dat laatste onze grondhouding is, zouden we wellicht iets harder kunnen proberen praktische obstakels in de samenwerking uit de weg te ruimen. Zoals het obstakel van het meningsverschil over de plaats van de vrouw in de politiek.

Dat probleem raakt alleen uit de wereld als de ChristenUnie zou zeggen: Wij kandideren geen vrouwen meer -wat inmiddels helaas geen aannemelijk scenario meer is-, of als de SGP zou zeggen: Wij zijn in directe zin niet verantwoordelijk voor het feit dat er via de CU een vrouw in de raad komt. We hebben er moeite mee dat dit gebeurt, maar we zeggen er de samenwerking niet voor op, zeker niet wanneer we het op lokaal niveau programmatisch geheel eens zijn.

Maar zover is het blijkbaar nog niet.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer