Riddertijd leeft op Malta voort
Je kiest de vis niet van de menukaart, maar rauw van een schaal. Nagenietend van het gerecht verbaas je je over de adembenemende rijkdom van de Maltezer ridders. Hoewel de Duitsers in de oorlog hun best hebben gedaan veel weg te bombarderen, lijkt de lijst met historische monumenten eindeloos. Met een koetsje over het eiland dat maar anderhalf keer zo groot is als Texel.
Een trektocht op Malta begint ondergronds. In de middeleeuwse gewelven die de Maltezer ridders als hospitaal gebruikten, draait een film over de geschiedenis van het eiland. Er is aan veel talen gedacht. Zelfs Nederlanders horen de informatie in vertrouwde klanken.
Bovengronds staat een rij ’paardentaxi’s’ te wachten om een rondrit door Valletta te maken. Zo’n tweezitter achter een mooie paardenrug is een goed uitgangspunt om de hoofdstad te bezichtigen.
De plattegrond van de middeleeuwse stad lijkt op het haakse bouwplan van moderne Amerikaanse steden. Toen Valletta in de zestiende eeuw werd gebouwd, boden rechte straten betere garanties om de stad te kunnen verdedigen tegen Turken en piraten.
Marktkraampjes maken het de koetsier lastig. Zodra de zon doorbreekt, speelt veel van het leven zich in de buitenlucht af. Vandaar ook dat de hoge huizen vrijwel zonder uitzondering een balkon hebben.
Opvallend in het straatbeeld zijn de kruisbeelden die op elke straathoek in de gevel zijn gemetseld. De Maltezer ridders zagen zich als verdedigers van het christelijk geloof. Nog steeds is Malta zeer religieus. Ongeveer 98 procent van de bevolking gaat regelmatig naar de roomse mis. Malta kent daarom ook een enorme hoeveelheid kerkgebouwen. Volgens sommige toeristenfolders zijn er zelfs meer dan 365 godshuizen, zodat je een jaar lang dagelijks in een ander gebouw te biecht kunt gaan.
Marmer
Het koetsje houdt stil bij de mooiste kerk van Valletta, de Sint-Janskathedraal. Uiterlijk heeft het gebouw uit 1571 meer weg van een legerbarak. Maar dit was geen vergissing. Toen de stad werd gebouwd, had het eiland te maken met piraten en mocht de kerk niet te veel aandacht trekken.
Wie er binnengaat, ziet ineens dat het interieur een ware schatkamer is. Er is een ongeëvenaarde rijkdom tentoongesteld. De kerk is 40 bij 60 meter en heeft een groot middenschip met daarlangs acht kleine kapellen. Op de vloer liggen 400 grafstenen van ridders. Door het ingelegde marmer zijn de letters en de wapens eeuwen later nog zo helder dat het lijkt alsof de kleurrijke gedenkplaten pas gisteren zijn gelegd.
Ridder Nicola Cottoner was een van grootste geldschieters voor de bouw van de kathedraal en kreeg daarom een plaatsje pal voor de toegangsdeur. De Latijnse tekst op zijn grafsteen is veelzeggend: ”Gij die op mij treedt, zal eens betreden worden”. Een van de mooiste zerken ligt in de Habsburgse kapel en is van ridder Wolfgang Philippus von Guttenberg. Zijn grafplaat bevat de spreuk: ”Fumus Humus Sumus et cinis est nostra ultima finis” - om tot as te vergaan is ons laatste doel.
Ook de wanden van de acht kapellen zijn druk versierd met symbolische voorstellingen die weer passen bij de acht herkomstlanden van de ridders. In de Habsburgse kapel hangt bijvoorbeeld het Gulden Vlies van Karel de Vijfde. Twee Duitse arenden houden met hun poten twee Turken eronder, als slaven van het christendom.
Catacomben
Ook op het plein bij het kerkje van Mdina staan de paardentaxi’s klaar. Het pittoreske dorpje ligt rond het Xara Paleis, dat in 870 dienstdeed als fort tegen de Arabieren. Boven veel huisdeuren langs de smalle straatjes suggereren familiewapens een rijk verleden.
Vlak naast Mdina ligt de buitenplaats Rabat. Het Grottenrestaurant, genoemd naar de catacomben die zich onder de Sint-Pauluskerk bevinden, hengelt naar bezoekers. Wie lekker wil eten, moet vis bestellen. Malta kent immers een lange visserstraditie. In de havens dobberen bootjes, geschilderd in heldere kleuren. Het oog op de boeg is inmiddels een nationaal herkenningsteken, zoals de klomp voor Nederland. Oorspronkelijk was het een talisman die de zorg van de goden moest verzekeren.
Zodra de ober merkt dat de voorkeur naar vis uitgaat, komt hij met een schaal met verse rauwe vis langs. Nadat de keus is gemaakt, gaat het exemplaar naar de kok, die vervolgens het geduld van de klant op de proef stelt. Dat laatste zit blijkbaar bij de mediterrane leefwijze ingebakken.