Zeeuwse Staten: order voor Damen had veel werk opgeleverd
De fracties van de Provinciale Staten in Zeeland zijn teleurgesteld dat de Nederlandse scheepsbouwer Damen, die onder meer een vestiging in Vlissingen heeft, de order voor de bouw van vier onderzeeërs niet heeft gekregen. De Zeeuwse Staten stellen dat het goed voor de werkgelegenheid in de provincie was geweest als de order wel naar Damen was gegaan. Het kabinet koos voor de Naval Group uit Frankrijk.
„Heel erg jammer voor de werkgelegenheid. Nadat eerder werd afgezien van de verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen, moeten we nu een nieuwe tegenslag verwerken”, zegt Wouter Versluijs, Statenlid voor D66. „Het lijkt toch wel een beetje een patroon te zijn, dat aan Zeeland in dit soort kwesties voorbij wordt gegaan.”
CDA-Statenlid Hannie Kool-Blokland sprak woorden van gelijke strekking. Ook zei ze dat het in het algemeen belang van Nederland is als de kennis op maritiem gebied en defensie behouden blijft. Alleen al om die reden was het volgens Kool-Blokland goed geweest als Damen, dat de onderzeeërs in samenwerking met het Zweedse Saab wilde bouwen, de opdracht had kunnen uitvoeren.
François Babijn van de Partij voor Zeeland rept van een „trieste zaak” en ook Lizo Koppejan van de ChristenUnie is teleurgesteld. „Het lijkt erop of het besluit om de order aan Naval toe te kennen al in beton was gegoten. Damen krijgt nu wel een belangrijke rol bij de bouw van nieuwe fregatten. Maar het gaat nog lang duren voordat het zover is.”
De Zeeuwse gedeputeerde Jo-Annes de Bat (economie) noemde het mislopen van de order door Saab-Damen „teleurstellend en kwalijk”. Hij voegde eraan toe dat er na het Tweede Kamerdebat van woensdag over de onderzeeërs nog vragen zijn die beantwoord moeten worden. „Met name of er nu daadwerkelijk afspraken zijn met het Nederlandse mkb en kennisinstellingen”.
Verder wees de gedeputeerde erop dat de voorlopige gunning nu ter besluitvorming wordt voorgelegd aan de Tweede Kamer en daarom nog niet definitief is. Hij riep de Kamer op door te blijven vragen over onbeantwoorde kwesties. „We blijven dit dossier en de besluitvorming op de voet volgen. Er is tenslotte nog heel wat nodig om deze belangrijke sector voor Nederland te behouden en te versterken”, aldus De Bat.