Dresden herdacht
Aanhangers van extreem rechts met hun kaalgeschoren hoofden liepen afgelopen zondag door de straten van Dresden. Ze herdachten dat die dag precies zestig jaar geleden de geallieerden de Duitse stad bombardeerden. Gezaghebbende historici houden het aantal slachtoffers op ongeveer 35.000. Extreem rechts wil doen geloven dat een half miljoen burgers zijn omgekomen en spreken van een bommenholocaust. De betogers droegen zondag fakkels en spandoeken mee, onder meer met de aankondiging dat „de dag der wrake zal komen.”
Tegelijkertijd lieten de antifascisten zich horen in het centrum van Dresden. Een van hun leuzen was: ”Geen tranen voor moffen”. Zij wilden niets weten van een herdenking van de slachtoffers, omdat die in hun optiek gelijkstaat aan relativering van de „nazi-zwijnerij.”
Ten slotte was er de officiële herdenking, waarbij de Duitse bondskanselier Schröder en de Amerikaanse en de Britse ambassadeur aanwezig waren. Schröder noemde de herdenking een „rouwbeklag voor de slachtoffers van de oorlog en het nazi-regime van terreur in Dresden, in Duitsland en in Europa.” De bondskanselier beloofde zich te zullen verzetten tegen iedere poging tot „herinterpretatie van de geschiedenis” en verklaarde nadrukkelijk „oorzaak en gevolg” niet te willen omkeren.
Schröder sloeg de spijker op de kop. Nazi-Duitsland was onder Adolf Hitler de oorlog begonnen. Joden werden massaal naar de werk- en vernietigingskampen afgevoerd. In totaal niet minder dan 6 miljoen. Gehandicapten, Jehovah’s getuigen, zigeuners en homoseksuelen waren evenmin hun leven zeker.
Nooit mag worden vergeten wie er begon, wilde Schröder zondag zeggen. De bombardementen van de nazi’s op onder andere Warschau en Rotterdam gingen aan het geallieerde antwoord vooraf. Nazi-Duitsland begon en daar vloeide al het oorlogsleed uit voort.
Hitler en consorten hadden de vernietiging van het Florence aan de Elbe kunnen voorkomen als zij de strijd hadden opgegeven. Nu wordt door sommige historici gezegd dat het bombardement niet nodig was, omdat nazi-Duitsland al bijna op de knieën lag. Andersom kan worden gezegd: Als nazi-Duitsland al bijna verslagen was, had het zich over kunnen geven, zodat onschuldige levens gespaard zouden blijven.
In de bijna volledig gerestaureerde Frauenkirche zijn twee data aangebracht. De ene datum is 30 januari 1933, de dag waarop Hitler de macht greep. De andere is 13 februari 1945, de dag van het bombardement. Met andere woorden, Hitlers machtsovername leidde tot de vernietiging van Dresden. Staat niet heel treffend in het evangelie van Matthéüs: „Allen die het zwaard nemen, zullen door het zwaard vergaan”?
Mag er dan geen aandacht zijn voor het lijden van de Duitse bevolking? Dat mag er ook zijn. Het is verschrikkelijk dat er kinderen in kelders stikten omdat ze door de vlammenzee geen zuurstof meer kregen, of op straat levend verbrandden. Waren die kinderen schuldig aan de moord op de joden in de vernietigingskampen? Die vraag kan ontkennend worden beantwoord. Nee dus.
Maar nogmaals, laten we het bombardement op de Duitse stad Dresden in zijn historische context zien. Heel treffend schreef deze week het weekblad Die Zeit: „Wie de doden gedenkt, moet ook de daden gedenken die aan hun dood voorafgingen.”