Een vergaande wetswijziging van toenmalig Partij voor de Dieren-Kamerlid Leonie Vestering werd in 2021 aangenomen. Dieren moesten hun natuurlijke gedrag kunnen vertonen, waardoor de leefomstandigheden van landbouwdieren flink verbeterd zouden worden. Maar dat amendement gaat te ver, en is te vaag, oordeelde het demissionaire kabinet. Landbouwminister Piet Adema kwam met een eigen voorstel, maar dat is volgens critici veel te vrijblijvend. De PvdD wil nu dat de Kamer zich achter een nieuwe wijziging schaart, die duidelijker is en de deadline in 2040 legt. Tot slot zijn D66 en VVD ook nog met een plan gekomen om een tussenweg te vinden.

D66-Kamerlid Tjeerd de Groot geeft op vragen toe dat hijzelf niet met een eigen wijzigingsvoorstel was gekomen „als er een duidelijke positie van de PVV was geweest”. In het debat uitten vooral GroenLinks-PvdA en de SP hun frustratie over het uitblijven van een standpunt van de PVV. De PvdD vreest dat het „kiezen tussen twee kwaden” wordt als de grootste partij haar voorstel niet steunt.

PVV-Kamerlid Dion Graus was maandag wel aanwezig, maar zat het debat voor. Na de kritiek hield hij tegenover andere Kamerleden vol: „Ik kan nu niets zeggen, allerlei amendementen gaan er rond, en ik moet met de fractie overleggen. Ik ben niet de PVV, ik ben een deel van de PVV.” Hij weet nog niet hoe de verhoudingen liggen in zijn nieuwe fractie, gaf hij aan.

Graus staat zelf bekend als voorstander van dierenrechten en benadrukte dat zijn partij in 2021 nog wel voor het voorstel van Vestering stemde. Maar andere Kamerleden wijzen op het conservatievere geluid dat zijn partijgenoot Jeanet Nijhof-Leeuw vorige week liet horen. „Wij willen dat iedereen kan boeren op de manier dat ze dat zelf kunnen doen”, aldus het Kamerlid dat sinds kort landbouwwoordvoerder is van de partij. Graus lijkt dan ook al voor te sorteren op een andere koers van zijn fractie. „Sommige dingen kunnen gaan veranderen, en daar kan ik niets aan doen.”

Op 19 maart stemt de Kamer over de voorstellen.