Weinig enthousiaste docenten
Er zijn weinig enthousiaste leerlingen, stelden de docenten Henk Dijkgraaf en Pieter Verhoeve en Henk Dijkgraaf vorige week vrijdag op deze pagina. Zij reageerden op een column van schoolleider dr. W. Fieret. Een treurige klaagzang, vindt L. B. Visser.
Een docent die niet enthousiast is over het omgaan met soms lastige kinderen, hoort niet in het onderwijs thuis. Dr. W. Fieret beschrijft in zijn column een ervaring met leerlingen die het leuk vinden om te leren. Ik ben blij dat hij dit op deze wijze heeft gedaan, positieve geluiden over onderwijs kunnen wat mij betreft niet vaak genoeg in de krant staan.
Collega Verhoeve en collega Dijkgraaf hebben echter de neiging om dit positieve geluid van dr. Fieret af te zwakken. Lesgeven is lastig en stuit op weerstand. Het aansluiten bij de belevingswereld van leerlingen wordt over één kam gescheerd met het in je les ruimte geven aan MTV en TMF. Het lijkt mij dat de kennis over de belevingswereld van je leerlingen dan wel erg minimaal is. Nee, we moeten onze leerlingen de leerstof „inscherpen”, stellen zij.
Waar denk je aan als je dit woord in gedachten neemt? Ik denk persoonlijk dan aan iets van een mes, een beitel, iets scherps waarmee je bijvoorbeeld je naam in een boom krast. Het woordenboek geeft de synoniemen; doordringen van, inprenten, inpeperen, inranselen, instampen.
Moeten wij met dit beeld vormgeven aan onderwijs? Zo van: ik zal ze wel eens even wat inscherpen. Dit kost veel energie en dit motiveert leerlingen niet echt.
Zucht
De volgende uitspraak deed mij nog dieper zuchten: „Als je echt iets wilt leren, moet je daar moeite voor doen. Je moet je van alles en nog wat ontzeggen en je moet je vlees weten te kruisigen.” Gek hè, dat dit de leerlingen niet aanspreekt?
En dan die onderwijskundige vernieuwingen, die alleen maar uitgaan van de ideale leerling. Met deze uitspraak worden alle onderwijskundige vernieuwingen met een grote haal aan de kant geveegd. Wel makkelijk, dan hoef je als docent in ieder geval niet naar jezelf te kijken en kan je veilig verder op de manier waarop je het al jaren doet.
Docenten worden betaald om leerlingen iets te leren, maar op het moment dat docenten zelf moeten leren, worden zij zenuwachtig. Het ligt vaak aan alles en iedereen, maar zeker niet aan de docent.
Er zijn te weinig enthousiaste docenten in onderwijsland. Kijk maar eens in een docentenkamer van een school voor voortgezet onderwijs. Zeven van de tien gesprekken gaan over vervelende klassen en over scholing die gevolgd moet worden op ’vrije’ woensdagmiddagen, waar docenten dingen leren „die ze al jaren doen.”
Zijn er nog docenten die echt enthousiast zijn over het werk dat zij mogen doen? Die het een uitdaging vinden om met leerlingen om te gaan die allemaal anders zijn? Leerlingen die door de Heere God op deze aarde geplaatst zijn als unieke schepselen.
Veilig
Hoe is het pedagogisch klimaat tijdens de les? Kunnen de leerlingen zich veilig voelen? Dit is namelijk de eerste voorwaarde om goed leren mogelijk te maken. Of zetten docenten leerlingen die niet opletten voor gek? Of maken docenten sarcastische opmerkingen om orde te houden? Weten docenten waardoor dit wordt vormgegeven?
Kunnen de leerlingen aan de docent voor de klas merken dat die plezier heeft in zijn werk? Dat die het leuk vindt om met leerlingen te werken? Ziet de docent de leerlingen ook echt? Of is hij er misschien meer op gericht om koste wat het kost zijn stof op tijd af te krijgen? Ziet hij de individuen in de klas? Ziet hij die jongen of dat meisje dat er buiten valt of dat problemen heeft, en wat doet hij daar mee? Durft hij er eens naast te gaan zitten en een gesprek aan te knopen of is dit eng en heeft hij daar geen tijd voor? Straalt de docent betrokkenheid uit?
De docenten die het bovenstaande bij zichzelf niet herkennen zullen dit alles onnodig vinden of vinden dit iets voor mensen met ’geitenwollensokken’.
Mijn advies: Kijk eens in de spiegel die reflectie heet. Misschien is de docent zelf of de houding die hij of zij uitstraalt wel een barrière. Worden kinderen gedemotiveerd door de docent?
Waarom ben je als docent het onderwijs ingegaan, voor het vak dat je geeft of omdat het leuk en uitdagend is om met kinderen om te gaan? Ik mag toch hopen dat het laatste de drijfveer is. Is dit niet zo, dan heb je als docent in het onderwijs weinig te zoeken.
De auteur is docent aan de Hogeschool Driestar educatief in Gouda.