„Want de wapenen van onze krijg zijn niet vleselijk, maar krachtig door God, tot nederwerping der sterkten.”

Christus is de Persoon Die spreekt, de heerlijke Prediker. Hier is ook het liefelijke geklank van Zijn woorden, namelijk de stem van de Zoon Gods, waardoor ik het woord van Zijn genade, vergezeld gaande met de kracht van Zijn Geest, versta. Zo moet Zijn stem aangemerkt worden. Uitwendig: deze is Zijn bedienende stem in de prediking van het Evangelie, dat Zijn Woord is. Zo worden de leraren Zijn mond genoemd (Jeremia 15:19): „Gij zult als Mijn mond zijn.” Daarom wordt er gezegd: „Wie u hoort, die hoort Mij” (Lukas 10:16). Inwendig en krachtig: wanneer het „Evangelie niet alleen in woorden komt, maar ook in kracht”. De uitwendige bedienende stem van Christus is het werktuig om Zijn almachtige stem te doen doordringen door het oor tot het hart. Daarom is hier een stem binnen in een stem, een inwendige krachtdadigheid, die leven en kracht geeft, zoals bij wijze van spreken aan het geluid van de ramshoornen, om de muren van Jericho te doen omvallen, namelijk al de hoge muren van zonde en vijandschap, in het hart van een zondaar. Dus zijn de wapens van het Evangelie „niet vleselijk, maar krachtig door God, tot neerwerping der sterkten” (2 Korinthe 10:4). Doch nog meer bijzonder versta ik door de stem van de Zoon Gods, Zijn „Woord der waarheid, namelijk het Evangelie van uw zaligheid” (Efeze 1:13).

Ralph Erskine,
predikant te Dunfermline

(”Verhandeling over Johannes 5:25”, 1744)