Israël sloopt geen huizen van daders aanslagen
De Israëlische strijdkrachten gaan geen huizen meer slopen van Palestijnse daders van anti-Israëlische aanslagen. De Israëlische minister Mofaz van Defensie verordonneerde donderdag een einde aan deze omstreden praktijk.
De strijdkrachten zullen uitsluitend bij een „extreme verandering van de omstandigheden" teruggrijpen op de maatregel, luidde een verklaring van het leger.
Het Israëlische dagblad Haaretz zinspeelde eerder donderdag al op een afschaffing van de maatregel, die als waarschuwing was bedoeld. Volgens een onderzoekscommissie van het Israëlische leger schrikt vernietiging van huizen andere Palestijnen niet af van het plegen van aanslagen.
Minister Mofaz volgde de aanbeveling van de chefstaf van het leger, generaal Moshe Yaalon, die om het onderzoek had gevraagd. Volgens de commissie onder leiding van generaal-majoor Udi Shani blijkt dat slechts twintig keer een aanslag is voorkomen door de dreiging van het opblazen van het huis van een terrorist. Het beleid leidde volgens hem niet tot afschrikking, maar tot haat en vijandigheid richting Israël.
Jeruzalem stelde de vergeldingsmaatregel in de zomer van 2002 in. Tot vorig jaar zomer vernietigde het leger 270 huizen van familieleden van Palestijnse daders van aanslagen, vooral in de Westelijke Jordaanoever.