Er bestond een vermoeden dat de mishandelde persoon een partij drugs had gestolen. Hij werd daarom vanuit België naar Eindhoven gelokt, zodat hij kon worden gemarteld en zou bekennen. Van tevoren waren er al twijfels of hij het wel gedaan had. Dat blijkt uit ontsleutelde chatberichten die de rechtbank in Den Bosch dinsdag besprak.

Nadat de man werd verminkt, lijkt inderdaad de verkeerde persoon te zijn aangepakt, concludeert de politie op basis van chats. „Deze man heeft ruggengraat”, staat daarin. „Als hij het gedaan had, had hij wel gepraat.” Het chataccount leidt volgens het OM naar Hicham R.

R. verklaart zelf dat hij het niet geweest kan zijn. „Een dag voor de ontvoering ben ik geopereerd aan mijn knie. Ik snap niet hoe ik iemand in die staat moet ontvoeren, dat gaat niet in een rolstoel.” Er zijn foto’s gemaakt van het slachtoffer, toen hij vastgebonden zat en gemarteld werd. „Daar schrok ik van”, zei R., „maar ik heb het niet gedaan.” Volgens zijn advocaat is het onbekend wie de medeverdachten zijn en wat hun rol was.

Het verminkte slachtoffer verklaarde bij de politie dat hij is mishandeld, maar niet precies weet wat er gebeurd is. „Ik kan en wil er niet over praten, het is verleden tijd”, zei hij.

Het OM beschuldigt R. ook nog van grootschalige wapen- en drugshandel. Dat zou onder meer blijken uit EncroChat, een criminele telefoondienst. Tijdens doorzoekingen werden meerdere wapens en drugs, waaronder speed, gevonden. Op een aantal vuurwapens zat DNA van R. Hij beriep zich in dit dossier steeds op zijn zwijgrecht. „Ik heb liever problemen met justitie, dan dat ik of mijn familie problemen heb met iemand buiten”, zei hij.

De verdachte is al eerder veroordeeld voor mishandelingen en wapen- en drugsfeiten. De rechtbank doet in deze zaak uitspraak op 23 april.