ProRail waarschuwt voor meer hinder op spoor van 2025 tot 2030
Treinreizigers krijgen de komende jaren nog veel meer last van hinder door werkzaamheden op het spoor. Vorig jaar kondigde beheerder ProRail al aan in 2024 meer werk overdag en buiten de vakanties uit te gaan voeren, maar door een verder groeiende hoeveelheid onderhoud en personeelstekorten wordt de overlast van 2025 tot en met 2030 nog groter. „In heel Nederland, zowel in de Randstad als in de regio, zullen we dit effect gaan zien”, zei topman John Voppen tijdens een persbriefing in Amersfoort.
Volgens ProRail is veel spoor in Nederland aan vervanging toe omdat een groot deel kort na de Tweede Wereldoorlog is neergelegd, bijna tachtig jaar geleden. „En dat gaat zo’n veertig jaar mee, waardoor we het nu weer moeten vernieuwen. Alleen in de haven van Rotterdam is er sprake van achterstallig onderhoud, in de rest van Nederland is het een natuurlijk proces.”
Komende zomervakantie rijden van en naar Amersfoort gedurende zeven weken bijvoorbeeld al „nauwelijks tot geen treinen” door de vernieuwingsslag. In de weken daarvoor is Leeuwarden al veel moeilijker bereikbaar door werkzaamheden, gewoon tijdens werkdagen. Een voorproefje voor wat de rest van Nederland te wachten staat, aldus Voppen.
Los van de grotere hoeveelheid werk heeft ProRail bij de vollere planning ook last van personeels- en materiaaltekorten. „Tot covid lukte het met veel moeite wel om alles rond te krijgen, maar dat is nu veel lastiger.”
Vooral elektromonteurs zijn moeilijk te krijgen, omdat zij door de energietransitie ook terecht kunnen bij netbeheerders als Alliander en TenneT. Voppen: „En dit zijn vaak jonge mensen, die zodra zij een gezin hebben een normaal leven willen en overdag willen werken. Dus we moeten gewoon een aantrekkelijk arbeidsproduct bieden aan de monteurs.” ProRail denkt dat het tekort de komende jaren aanhoudt en is nu zelf begonnen om deze monteurs op te leiden.
In 2020 voerde ProRail nog voor 1 miljard euro aan spoorwerkzaamheden uit. Dit jaar gaat het naar verwachting om 1,5 tot 1,7 miljard euro, waarna van 2025 tot en met 2030 met 1,8 miljard euro per jaar een piek wordt bereikt. „Ik denk dat de hinder daarna echt afneemt”, zei Voppen. „Maar de arbeidsmarkt blijft krap en het aantal reizigers gaat ongetwijfeld groeien, dus het is wel een beetje koffiedik kijken.”