Buiten de groep vallen door gehoorverlies: „Iedereen lacht, behalve ik”
Een op de drie mensen met gehoorverlies ervaart in sociale contacten meer en meer op de achtergrond te raken. „Als collega’s een grapje maken, lacht iedereen. Behalve ik.”
Verjaardagen viert het gezin waarin Sander Pot (25) uit Doetinchem opgroeit niet in een grote kring. En als het gezin thuis compleet is, weet iedereen: er mag maar één persoon tegelijk aan het woord zijn. Anders kunnen Sander, zijn moeder en zus niets van het gesprek volgen.
Net als ruim 1,5 miljoen andere Nederlanders lijden deze gezinsleden aan gehoorverlies. En dat heeft ook mentale gevolgen, blijkt uit onderzoek ter gelegenheid van World Hearing Day, komende zondag. Een op de drie slechthorende mensen ervaart fade-out: het gevoel sociaal gezien langzaam naar de achtergrond te raken. Onder jongeren (18 tot 24 jaar) komt dat een stuk vaker (59 procent) voor dan onder mensen van 45 jaar en ouder (23 tot 30 procent).
Sander herkent dat. „In gesprekken voel ik me vaak buitengesloten, terwijl dat niemands bedoeling is. Ik neem het mensen ook niet kwalijk; ze hebben het gewoon niet door.”
FOMO
De twintiger is zijn hele leven al slechthorend. Het gaat om een erfelijke vorm, waarbij geluid steeds slechter binnenkomt. „Ik kan een-op-eengesprekken prima volgen, maar hoor geen geluiden in de verte. Dus geen vogels en auto’s. Ik schrik altijd enorm als een auto me ineens inhaalt of plotseling achter me zit, laat staan een ambulance of brandweerwagen.”
De gehoorapparaten die hij al als baby kreeg, helpen enorm. „In luidruchtige situaties filtert het apparaat: het probeert hoofdgeluiden te herkennen en brengt bijgeluiden naar de achtergrond”, legt Sander uit. Met als gevolg dat hij vooral in groepen ook veel mist.
Het gevoel dat dit bij hem oproept, vergelijkt Sander met FOMO – fear of missing out, de angst iets te missen. „Voor mijn gevoel mis ik al veel. Als iemand praat, draai ik me gelijk om zodat ik hem kan verstaan. Eigenlijk sta ik constant aan om zoveel mogelijk op te vangen. Ik wil alles volgen, en dat maakt me moe.”
Energie
Soms probeert Sander zich erbij neer te leggen dat het niet lukt. „Toch blijft het naar als mensen lachen zonder dat ik meekrijg waarom.” Dat laatste overkomt hem meerdere keren per dag. Verjaardagen in een grote kring en met vrienden naar de kroeg wordt steeds lastiger, merkt hij. „Ik ga dan met m’n rug tegen de muur staan, zodat het geluid alleen van voren komt. Soms ga ik eerder weg, want dan heb ik het gevoel dat ik m’n tijd uitzit.”
Onderzoek onder mensen met gehoorverlies laat zien dat zij zich vaak onveilig (46 procent), depressief (47 procent) en angstig (43 procent) voelen. Van de meer dan duizend ondervraagden geven ook veel mensen aan onzekerheid en schaamte te ervaren.
Dat laatste herkent Sander zeker. Als kind, en zeker als puber, wilde hij er graag bij horen. „De moeite die je moet doen om mensen te horen, kost mentaal veel energie.” Ineens realiseert hij zich dat het voor hem nooit anders is geweest. „Dit is normaal voor mij. Ik leef hier m’n hele leven al mee.”
Koptelefoon
Tegen vrienden en collega’s is Sander bewust open over zijn beperking. Dat mensen weten wat er aan de hand is, helpt. „Niemand zegt: Wat irritant. Iedereen begrijpt het en leeft mee.”
Gehoorapparaten zijn tegenwoordig mooi weggewerkt. Sander is daar blij mee, maar tegelijk vergeten mensen zijn beperking daardoor vaak. Soms sluit hij zich daarom zichtbaar af, door bijvoorbeeld met een koptelefoon muziek te luisteren. „Dan zien mensen ook dat je hen niet hoort.”