Effect van les over pesten onduidelijk
Onderzoekers roepen scholen op lesprogramma’s over pesten alleen te gebruiken als ze effectief zijn gebleken. Van veel lesprogramma’s is het onduidelijk of daarmee het pesten onder kinderen vermindert.
Dat was woensdag een van de conclusies van het symposium ”Pesten. Over leven in een harde leerschool” aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
VU-ontwikkelingspsycholoog P. van Lier signaleert dat veel scholen alleen vanuit praktische overwegingen voor een lesprogramma kiezen. „Ze hebben weinig tijd en leerkrachten willen geen uitvoerige trainingen volgen. Ze zouden juist moeten kiezen voor de effectiviteit van een programma.”
Volgens Van Lier is er een aantal belangrijke middelen om pesten of agressief gedrag in de klas te benaderen. „Scholen moeten een preventief klimaat scheppen en niet zoals nu wachten op ontsporing van de kinderen en dan de regels weer aanscherpen.”
Dit kunnen de scholen doen door de vele negatieve regels, zoals het niet praten tijdens het rekenen of niet wippen op de stoel, om te buigen naar positief gedrag. „Het klinkt toch veel aardiger om te zeggen „Je bent stil.” Verleiden werkt beter dan dwingen.”
Onderzoek wees uit dat het lesprogramma Taakspel, waar kinderen in groepen samenwerken, een positieve invloed heeft op de vermindering van pestgedrag. Een van de uitgangspunten van het Taakspel is het belonen van goed gedrag en het niet uitvergroten of benadrukken van het foutieve gedrag. „Kinderen weten heel goed wie iets fout gedaan heeft of welke regel overtreden is. Maar zo leren ze zichzelf te corrigeren en elkaar aan te spreken op gedrag.”
B. Orobio de Castro, universitair docent ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Utrecht (UU), onderstreept Van Liers visie en vult aan dat programma’s effectief zijn als ze vroeg in het onderwijs opgenomen worden.
Even belangrijk vindt Orobio de Castro dat programma’s tijdens en na afloop goed gevolgd worden. „Er is nu nog te weinig bekend over de effectiviteit van veel programma’s. Misschien gebeurt er wel iets fantastisch in Nederland en weten we het niet.” De onderzoeker pleit dan ook voor een breed onderzoek naar de effectiviteit van de lesprogramma’s.