Minister blij dat coulance met PAS-melders mag van Raad van State
Natuur- en stikstofminister Christianne van der Wal vindt het „goed nieuws” dat de Raad van State provincies ruimte geeft om ondernemers die buiten hun schuld zonder natuurvergunning werken, niet aan te pakken. Het demissionaire kabinet voelt een „grote verantwoordelijkheid” om de problemen van deze groep structureel op te lossen, maar dat is niet eenvoudig, waarschuwt zij.
De hoogste bestuursrechter bepaalde woensdag dat provincies niet altijd op hoeven te treden tegen zogenoemde PAS-melders. Dat zijn ondernemers - veelal boeren - die onder het oude stikstofbeleid geen vergunning nodig hadden en konden volstaan met een melding van hun bedrijfsactiviteiten waarbij voor de natuur schadelijke stikstofverbindingen vrijkomen. Dat veranderde plots toen de Raad van State in 2019 een streep zette door die aanpak.
Coulance jegens deze groep is onder voorwaarden toegestaan, oordeelt de Raad van State. Tot medio volgend jaar krijgen provincies de ruimte om in sommige gevallen helemaal af te zien van handhaving, mits kan worden aangetoond dat sprake is van een „redelijk evenwicht” tussen het belang van de ondernemer en dat van de natuur.
Van der Wal liet eerder al optekenen het „verschrikkelijk” te vinden dat PAS-melders te maken kregen met handhavingsverzoeken van milieuclubs aan de provincie, omdat zij buiten hun schuld in de problemen zijn gekomen. Het kabinet stond dan ook achter de provincies die deze verzoeken naast zich neerlegden.
De minister zegt de uitspraak verder te bestuderen. Zij bekijkt daarbij ook welke extra maatregelen de overheid nog kan nemen om de natuur te beschermen, „zodat rechtmatig van handhaving kan worden afgezien”. Het blijft hard nodig om „met z’n allen” minder stikstof uit te stoten en te werken aan natuurherstel, benadrukt ze.