Gemeenten hebben 92.000 opvangplekken voor Oekraïners
Nederlandse gemeenten kunnen op dit moment zo’n 92.000 Oekraïense vluchtelingen opvangen, meldt het Veiligheidsberaad woensdag. Daarmee zitten ze onder de 97.000 plekken die demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) eerder per februari had gevraagd. Volgens het Veiligheidsberaad, dat bestaat uit de 25 burgemeesters die voorzitter zijn van een veiligheidsregio, is dat aantal nu wel bijna in zicht.
Volgens het beraad blijft de instroom van Oekraïense vluchtelingen en asielzoekers hoog en drukt dat op de capaciteit van de noodopvang. Ook is volgens de burgemeesters sprake van „een cumulatie van regelingen die het bij elkaar soms wel erg aantrekkelijk maakt én het draagvlak daarmee ook verkleint”, doelend op de leefgeldregeling voor Oekraïners.
Voorzitter van het Veiligheidsberaad Wouter Kolff pleitte er eerder voor de leefgeldregeling te versoberen, met name voor mensen die een baan hebben. Kolff stelde dat Nederland mede aantrekkelijk is voor Oekraïense vluchtelingen door „onze ruimhartige regeling”. De Tweede Kamer debatteert woensdagmiddag over de opvang van Oekraïners. Volgens RTL Nieuws is er een meerderheid in de Kamer voor het inperken van de leefgeldregeling.
Volgens de meest recente cijfers van de overheid, van 16 februari, zijn in totaal 90.760 bedden beschikbaar in de noodopvang voor Oekraïners. Volgens diezelfde cijfers zijn 90.600 bedden in gebruik. Dat betekent dat er medio februari een marge van slechts 160 bedden was. Eerder deze week sloot de aanmeldlocatie in de Utrechtse Jaarbeurs tijdelijk de deuren, omdat er geen plek meer is. Het Veiligheidsberaad geeft aan te zullen „blijven zoeken naar extra plekken voor Oekraïense oorlogsvluchtelingen”.