Binnenland

Overijsselse politiek pleit voor provinciaal ov-bedrijf

Overijssel moet een eigen ov-bedrijf opzetten om het busvervoer in de provincie te verzorgen. Daarvoor pleiten enkele partijen in Provinciale Staten. Op dit moment is zoiets wettelijk niet toegestaan, maar in de Tweede Kamer werden vorig jaar enkele moties aangenomen met de oproep aan het kabinet om dit mogelijk te maken.

ANP
26 February 2024 16:35Gewijzigd op 26 February 2024 16:52

De Overijsselse coalitiepartij PvdA en SP roepen woensdag in de Statenvergadering het college via een motie op om „op korte termijn” de „wenselijkheid c.q. noodzaak” van een provinciaal bedrijf voor busvervoer te onderzoeken. Volgens SP-Statenlid Herman Kalter sluiten mogelijk meer partijen hierbij aan.

„De problemen met het ov in Overijssel zijn momenteel groot”, zegt Kalter, doelend op de chaos die in december ontstond bij het ingaan van nieuwe ov-concessies in Twente (uitgevoerd door Arriva) en IJssel-Vecht (EBS). Ritten vielen uit, bussen kwamen te laat en personeel klaagt over te korte pauzes. „Het huidige concessiemodel zit het organiseren van goed en betaalbaar ov in de weg”, aldus Kalter. „De maatschappelijke opbrengst moet voorop staan, in plaats van de financiële opbrengst.”

Het regionale vervoer wordt in het grootste deel van Nederland via aanbestedingen geregeld. Hier zijn Europese regels voor. Vervoersbedrijven kunnen zich inschrijven voor een bepaalde concessie (een ov-gebied) en een gemeente of provincie maakt dan een keuze. Voor de steden Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam geldt een uitzondering op de aanbestedingsregels. Zij hoeven het openbaar stadsvervoer niet openbaar aan te besteden, maar mogen dit in eigen hand houden (inbesteden).

De Tweede Kamer riep de regering vorig jaar op om belemmeringen weg te nemen voor provincies om publieke vervoersbedrijven op te zetten. Demissionair staatssecretaris Vivianne Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) schreef begin dit jaar in een brief aan de Kamer dat hiervoor een wetswijziging nodig is. Voor provincies zou dan ook een uitzondering gemaakt moeten worden. Heijnen heeft naar eigen zeggen geen signalen gekregen dat provincies dit willen, iets wat volgens haar wel een „belangrijke overweging” is bij het mogelijk aanpassen van de wet. De staatssecretaris benadrukt dat het opzetten van een provinciaal vervoersbedrijf „een ingrijpende en kostbare organisatorische verandering” is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer