Meeste bombardementen boven Nederland in WOII door geallieerden
Over de luchtoorlog die boven Nederland is gevoerd tussen 1940 en 1945 is weinig bekend. Tussen de 5500 en 6000 vliegtuigen zijn boven Nederland neergestort in de Tweede Wereldoorlog. Daarbij zijn zeker 8500 burgerslachtoffers gevallen, maar het kunnen er ook wel meer dan 20.000 zijn. Dat hebben historici donderdag in Nijmegen gezegd bij de presentatie van een speciale website over de luchtoorlog in de jaren ’40 - ’45.
Nijmegen herdenkt donderdag dat het tachtig jaar geleden is dat een bombardement een groot deel van het stadscentrum wegvaagde. Ongeveer achthonderd mensen kwamen om en duizenden raakten gewond. Het bombardement was een inschattingsfout van Amerikaanse piloten. „Een meerderheid van de bombardementen en beschietingen in Nederland was van geallieerde origine. Zij hadden een immens luchtoverwicht en wilden in het bezette Nederland Duitse doelen raken”, aldus Ben Schoenmaker, directeur van het Instituut voor Militaire Historie.
Volgens Schoenmaker is het bombardement van Rotterdam in mei 1940 bij velen het symbool voor de luchtaanvallen in de Tweede Wereldoorlog, hoewel er in Nijmegen meer burgerslachtoffers vielen. „Veel minder bekend is ook het bombardement van Den Haag in 1945, van de Maasbruggen bij Venlo, van de havens in Vlissingen, Breskens en Den Helder, van Montfort bij Roermond, dat werd weggevaagd. Telkens honderden doden. De luchtoorlog was gruwelijk en de burgerbevolking betaalde een hoge prijs.”
De website over de luchtoorlogen is ontwikkeld door WO2NET, een samenwerkingsverband van het Netwerk Oorlogsbronnen en de Stichting Musea en Herinneringscentra ’40 - ’45. Er zijn zoveel mogelijk gegevens over de Tweede Wereldoorlog in de lucht bijeengebracht en doorzoekbaar gemaakt. Ook de luchtoorlogen boven Engeland en Duitsland komen aan de orde. De levensloop van gecrashte piloten en Nederlandse burgerslachtoffers is te volgen, maar die collectie is lang niet compleet. Omdat van veel slachtoffers nog niet eens een naam bekend is, aldus de samenstellers. Zij roepen archieven en beheerders van particuliere collecties op om data te leveren.