Adema noemt motie uitfasering bio-industrie ‘belangrijk signaal’
De oproep van de Tweede Kamer om de bio-industrie uit te faseren is een „belangrijk signaal”, schrijft demissionair landbouwminister Piet Adema dinsdag in een reactie. Maar het gaat ook om „zeer complexe opgaven” die één kabinet niet zomaar kan oplossen.
„Ik zal de geuite wens zo goed als mogelijk inpassen in mijn beleid”, belooft de minister, zonder uit te leggen hoe hij dat precies gaat doen. Hij ziet het signaal ook „als waardevol voor een nieuw te vormen coalitie en de afspraken die daar zullen worden gemaakt”.
Twee weken geleden stemde een Kamermeerderheid voor een motie van Tjeerd de Groot (D66) die het kabinet verzoekt „de bio-industrie op zo kort mogelijke termijn uit te faseren en over te gaan tot een dierwaardige veehouderij met als basis het familiebedrijf”. Hetzelfde geldt voor een motie die De Groot samen met Pieter Grinwis (ChristenUnie) indiende. Daarin staat een oproep om de import van kalfjes te beperken door te „koersen op de omvang en de belangen van de Nederlandse melkveehouderij”.
„Zeer teleurstellend”, vindt Kamerlid De Groot de reactie van de minister. Hij vindt dat de minister de oproepen van de Kamer „niet zomaar kan negeren” en verwacht dat Adema snel met „concrete stappen” komt om dierenwelzijn te verbeteren.
Naast de hele linkerflank van de Kamer stemde ook de PVV voor de motie om de bio-industrie uit te faseren. Bij de motie over de kalverhouderij voegden ook VVD, NSC en ChristenUnie zich bij de voorstanders. Minister Adema belooft voor de zomer uitgebreider te reageren op de twee moties. BBB stemde in beide gevallen tegen.