Koophuis vorig jaar in merendeel gemeenten goedkoper dan in 2022
Een gemiddeld koophuis kostte vorig jaar in zeven van de tien gemeenten minder dan in 2022. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwam de gemiddelde verkoopprijs van een woning uit op 416.000 euro, tegenover zo’n 429.000 euro in 2022.
Dat is een afname van 3 procent. In alle grote steden - waaronder Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven - daalden de prijzen.
Het CBS noteerde in Haarlem van de twintig grootste gemeenten de grootste afname: een koopwoning was daar bijna 10 procent goedkoper dan in 2022. In Zoeterwoude, gelegen tussen Zoetermeer en Leiden, stegen de prijzen juist het hardst met 24 procent.
Een gemiddeld huis kostte vorig jaar in de duurste gemeente vijf keer zoveel als in de goedkoopste gemeente. In Bloemendaal werd, net zoals in eerdere jaren, gemiddeld gezien het meeste betaald voor een koophuis, bijna 1,1 miljoen euro. Ook in de Gooise gemeenten Blaricum en Laren lag de gemiddelde transactieprijs boven de 1 miljoen euro. In Pekela in Oost-Groningen en in de Zuid-Limburgse gemeenten Kerkrade, Heerlen en Brunssum was de gemiddelde verkoopprijs met zo’n 250.000 euro het laagst.
Het CBS houdt bij deze cijfers geen rekening met het type, de grootte of de kwaliteit van de verkochte huizen in een gemeente. Zo zal in gemeenten waar veel luxe villa’s van eigenaar wisselden de gemiddelde transactieprijs hoger zijn dan in gemeenten met veel kleine appartementen.\