Civiele zaak van Staat tegen bedrijf Van Lienden begint 22 april
De civiele rechtszaak van de Staat tegen het bedrijf van Sywert van Lienden over de omstreden mondkapjesdeal begint op 22 april. Demissionair zorgminister Conny Helder schrijft in een Kamerbrief dat op die dag de eerste mondelinge behandeling is bij de rechtbank in Amsterdam. De civiele zaak staat los van de strafrechtelijke procedure door het Openbaar Ministerie vanwege mogelijke strafbare feiten.
Helder had al eerder bekendgemaakt dat ze Relief Goods Alliance BV (RGA) van Van Lienden en zijn twee kompanen voor de rechter zou dagen. De Staat wil kijken of geld is terug te vorderen dat was gemoeid met de deal. Van Lienden peuterde aan het begin van de coronapandemie in het voorjaar van 2020 een overeenkomst met het departement los voor de levering van tientallen miljoenen mondkapjes uit China. Die kapjes belandden overigens in de opslag, omdat er mogelijk kwalijke stoffen in zaten. Ze zijn inmiddels vernietigd, bevestigt VWS.
Het ministerie betaalde de RGA 100 miljoen euro. Het bedrijf verdiende hier ongeveer 30 miljoen euro aan, terwijl Van Lienden vooraf had aangegeven zonder winstoogmerk te werken. Achteraf bleek dat ze de bestelling niet uitvoerden namens een stichting maar via een commercieel bedrijf. In die periode was er wereldwijd een groot tekort aan beschermingsmiddelen, vooral aan mondkapjes, dus de druk op VWS was groot om die binnen te krijgen. Naar de gang van zaken rond de deal van RGA en nog andere grote deals zijn twee grootschalige onderzoeken verricht in opdracht van VWS.
De minister meldt verder dat de Stichting Hulptroepen Alliantie/Hulptroepen Alliantie BV (SHA) - waar het drietal bestuurder was - zich ook voegt in deze procedure van de Staat voor de rechtbank. De SHA probeert ook geld terug te krijgen van de ex-bestuurders, omdat ze onrechtmatig zouden hebben gehandeld jegens de stichting. De zaken van de Staat en de SHA staan wel los van elkaar, maar door de gelijktijdige behandeling kunnen ze samen vorderingen instellen, verweer voeren en stukken inbrengen in elkaars procedure.
De drie zakenpartners zullen worden opgeroepen om voor de rechtbank te verschijnen, maar of ze echt komen is niet duidelijk.
De civiele procedure tegen RGA staat los van een mogelijk strafrechtelijk proces. Het Openbaar Ministerie onderzoekt of de drie mannen zich schuldig hebben gemaakt aan witwassen, oplichting en/of verduistering.