Rechtszaak rond tsunami
Een groep Oostenrijkse en Duitse slachtoffers van de tsunami-ramp in Azië begint een rechtszaak tegen de Thaise overheid, de Amerikaanse tsunami-waarschuwingsdienst en de Franse hotelketen Accor.
De overlevenden willen bewijzen zien dat de drie partijen adequaat hebben gereageerd op de (naderende) ramp.
De advocaten van de toeristen deelden gisteren in Wenen mee dat de zaak wordt aangespannen in New York namens veertien Oostenrijkers en vijf Duitsers.
Een van de drie advocaten, Herwig Hasslacher, zei dat de gedaagden volgens zijn cliënten tekort zijn geschoten. De bedoeling van de cliënten is volgens hem niet schadevergoeding te eisen, maar om aan bewijsmateriaal te komen dat er sprake is geweest van nalatigheid.
Het Amerikaanse tsunami-waarschuwingssysteem van de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) heeft volgens de klagers wel waargenomen dat er een zeebeving was, maar heeft daarna nagelaten de landen in het gebied te waarschuwen. De Thaise overheid zou ook hebben geweten dat er gevaar voor een tsunami bestond, maar die zou ten onrechte ook geen waarschuwing hebben doen uitgaan, die mogelijk vele levens had kunnen redden.
De hotelketen Accor ten slotte zou hebben verzuimd familieleden van slachtoffers in te lichten. Bovendien zou Accor zijn Sofitel in Khao Lak op een breuk in de aardkorst hebben gebouwd.
Een van de betrokken advocaten is Ed Fagan. Hij verwierf faam met onder meer spraakmakende rechtszaken ten behoeve van slachtoffers van de holocaust, afstammelingen van zwarte slaven in de Verenigde Staten of slachtoffers van de apartheid in Zuid-Afrika.