Dijkgraaf wil meer actie tegen studiekansenongelijkheid
Onderwijsminister Robbert Dijkgraaf wil dat er stevig wordt doorgepakt tegen kansenongelijkheid onder (aankomende) studenten, schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer. Jongeren die als eerste van hun familie gaan studeren of een migratieachtergrond hebben, moeten net zoveel kans hebben op een studieplek als een ander. Ook over betaalde trainingen als voorbereiding op selectieprocedures is de bewindsman bepaald niet te spreken, omdat de een die wel kan betalen en de ander niet.
De ongelijkheid kan worden bevorderd door de manier waarop studenten worden geselecteerd, terwijl de kennis aanwezig is om dit te voorkomen. „Hogescholen en universiteiten zijn nu aan zet om die kennis ook echt in de praktijk toe te passen”, vindt Dijkgraaf. Ze moeten nieuwkomers ook beter voorlichten over de selectieprocedures om te voorkomen „dat ze worden afgeschrikt”.
„Het kan niet zo zijn dat je wel dezelfde kwalificaties hebt, maar toch meer of minder kans maakt op een plek door factoren als extra training of de mate waarin je beschikt over sociaal en cultureel kapitaal”, aldus Dijkgraaf. „Het is daarom zaak om de beschikbare kennis ook echt te gebruiken. Een andere maatregel voor het verbeteren van de kansengelijkheid is loting, die we vorig jaar opnieuw mogelijk hebben gemaakt. Steeds meer opleidingen gebruiken loting als selectie-instrument, ik ben blij dat dit instrument voorziet in een behoefte.”
Dijkgraaf juicht toe dat hogescholen en universiteiten al kritischer naar hun selectieprocedures kijken en ook onderling kennis uitwisselen. Ook noemt hij het belangrijk dat studenten en medewerkers worden betrokken.