„Allah zij gedankt”, riep Hayatun, terwijl ze haar zoon, Iwan, stijf tegen zich aandrukte en aan zijn haar en handen rook. „Kijk me aan, mijn kind, mijn schat.” De hereniging bracht even een moment van vreugde in Atjeh, dat meer dan 200.000 slachtoffers -doden en vermisten- van de tsunami betreurt.

Medewerkers van Unicef en het Indonesische ministerie van Sociale Zaken zijn de afgelopen weken bezig geweest alle sinds de tsunami ronddolende kinderen te registreren, in de hoop hen te kunnen herenigen met familieleden. Iwan is een van 6000 tot 8000 Atjehse kinderen die hun familie zijn kwijtgeraakt of worden opgevangen door familieleden die niet hun ouders zijn. Unicef, het kinderfonds van de Verenigde Naties, verwacht dat het overgrote deel van de kinderen uiteindelijk met een of beide ouders kan worden herenigd of ondergebracht bij een ander familielid.

De hereniging van Hayatun en haar zoon was een klein wonder. Iwan logeerde bij zijn grootouders toen de tsunami kwam. In de chaos die erop volgde, brachten onbekenden hem naar een opvangkamp in het nabijgelegen Indrapuri. Iwan was zwaar getraumatiseerd en niet in staat te vertellen hoe zijn vader en moeder eruitzagen of waar hij woonde, zei Osep, een sociaal werker uit het kamp.

Zondag besloten Osep en andere medewerkers Iwan mee te nemen voor een ritje door Bandah Atjeh, meer als uitstapje dan in de hoop zijn geheugen op te frissen. „Stop, stop, dit is de straat naar mijn huis”, riep Iwan ineens toen ze toevallig door zijn wijk reden. Bij het huis aangekomen kregen ze van buren te horen dat Iwans ouders elders in de stad in een opvangkamp zaten.

Iwan zei geen woord en lachte niet toen hij dinsdag werd herenigd met zijn moeder, een groenteverkoopster, en zijn stiefvader. Zij zouden gedrieën naar het opvangkamp terugkeren. Als zijn moeder het goed vindt kan hij psychiatrische behandeling krijgen, zeiden medewerkers van het ministerie van Sociale Zaken.

Hayatuns vreugde werd getemperd door het besef dat ze nog twee andere kinderen mist, een meisje van 13 en een jongen van 11. Ze zal naar hen blijven zoeken, zei ze. „Ik bid dat ze veilig zijn.”

Honderden overlevenden als Iwan en zijn ouders hebben dinsdag hun overvolle tentenkampen in Atjeh ingewisseld voor van keukens en latrines voorziene noodbarakken die de overheid voor de langeretermijnopvang heeft ingericht. De verhuizing markeert de overgang van noodhulp naar wederopbouw.

De ministers van Ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie besloten maandagavond in Brussel dat in de hulp aan de door de tsunami getroffen landen de fase van langetermijnontwikkeling is aangebroken en dat het donorgeld daar vanaf nu voor zal worden aangewend. De ontvangende landen krijgen een grote stem in de besteding, zeiden zij.

De EU heeft na de tsunami 323 miljoen euro bijeengebracht voor noodhulp en nog eens 350 miljoen toegezegd voor wederopbouw. Naar verwachting zal dat bedrag nog worden aangevuld met bijdragen van individuele landen.