Helft van aantal Halt-bureaus weg
Ruim de helft van het aantal Halt-bureaus zal het komende jaar verdwijnen. Van de huidige 58 bureaus, die onder meer lichte taakstraffen voor jongeren tot achttien jaar regelen, blijven er maximaal 25 over.
Dat heeft Halt Nederland, de landelijke organisatie van de bureaus, woensdag bekendgemaakt. De ingrijpende reorganisatie, waarbij elke politieregio één Halt-organisatie krijgt, moet de sector „slagvaardig” en „financieel gezond” maken. Ook moet er meer onderlinge samenhang tussen de bureaus en de landelijke organisatie komen.
Welke gevolgen de herstructurering voor het aantal werknemers heeft, is nog niet bekend. Als er mensen uit moeten, zullen dat vooral managers zijn, verwacht Halt Nederland. Minister Donner (Justitie) had midden vorig jaar al aangekondigd dat de Halt-sector op de schop gaat, om daarmee een eind te maken aan de ondoorzichtige organisatie- en financiële structuur die uit onderzoek was gebleken.
Van de gemiddeld bijna 50.000 jongeren die de politie jaarlijks oppakt, gaan er volgens de organisatie ruim 20.000 naar een Halt-bureau. Ze hebben zich schuldig gemaakt aan kleine delicten als vernieling, (winkel)diefstal, heling, baldadig gedrag en het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijd.
Jongeren tussen de twaalf en achttien jaar krijgen een taakstraf en voorkomen met deze zogeheten Halt-afdoening een aantekening in het justitiële register. Kinderen onder de twaalf kunnen een ”Stop-reactie” krijgen. Dat is een vrijwillige opvoedingscursus, die bestaat uit een aantal gesprekken en huiswerktaken. De Halt-bureaus houden zich verder vooral bezig met voorlichting op scholen over jeugdcriminaliteit.
Het eerste Halt-bureau ontstond bijna 25 jaar geleden in Rotterdam. Voor het eerst heeft de sector nu in een gezamenlijke brochure (Halt werkt!), die woensdag werd gepresenteerd, de eigen positie, missie, visie en kerntaken beschreven.