Emigrant rijdt „gerust een heel stuk om” voor kroket
Zomaar uit de muur, bij een patatje of een dubbele met mosterd op vers boerenbrood. Nederlanders zijn sinds jaar en dag dol op de kroket. Ooit was de populaire snack een delicatesse op de borden van de Franse adel. En eigenlijk verdient de kroket dat ook, vinden sommigen. „Met de kroket kun je alle kanten op, zeker als je ’m zelf maakt.”
„De kroket is populair in alle lagen van de samenleving”, zegt kookboekenschrijver en organisator van snackworkshops Meneer Wateetons (spreek de achternaam van dit pseudoniem uit als: wat eet ons). Zijn woorden worden gestaafd door cijfers. Volgens de Algemene Kokswaren en Snackproducentenvereniging, de AKSV, eet 85 procent van de Nederlanders soms of met regelmaat een kroket. Meestal uit de hand, maar een derde doet de snack het liefst op een broodje.
Per jaar eten Nederlanders gezamenlijk zo’n 400 miljoen kroketten, bijna 25 per persoon. Gemiddeld eet een Nederlander dus elke twee weken een kroket. De kroket heeft een onverwoestbaar imago als lekkere snack. De ronde variant, de bitterbal, is vaste prik tijdens vele (werk)borrels en feestjes. Het bittergarnituur is er zelfs naar vernoemd.
Dat de kroket populair is, weten ze bij McDonald’s ook. Afgelopen september besloot de fastfoodketen in het kader van een 100 procent Meatless-campagne de McKroket te verbannen. Alleen de vegetarische kroket bleef. Een lawine aan verontwaardigde reacties van klanten was het gevolg. Het bedrijf wist niet hoe snel het de rundvleeskroket weer terug op het menu moest plaatsen. McDonald’s had zich, zo zei het concern in de media, „niet gerealiseerd hoeveel fans er zijn van de McKroket”.
Volgens Meneer Wateetons is de kroket eigenlijk veel meer dan een snack. „Een frikandel, die andere veel gegeten snack, heeft iets ordinairs, maar voor het eten van een kroket hoeft niemand zich te schamen. Niet alleen snackbars, ook banketbakkers en slagers maken ze.”
Croquets
De kroket staat bekend als typisch Nederlands, maar zo was het niet altijd. De Amsterdamse culinair journalist Johannes van Dam (1946-2013) wist de herkomst van de snack te herleiden tot Franse, adellijke kringen rond koning Lodewijk XIV, begin 18e eeuw. De ”croquets” waren indertijd exquise voorgerechten en hors-d’oeuvres, met ingrediënten als kalfszwezerik en truffels, en werden gebakken in reuzel. Een paar decennia later belandde het recept in een Nederlands kookboek.
Nadat patissiers, slagers en snackbars ze gingen maken, maakte de kroket „een ware triomftocht” door Nederland, schrijft Van Dam in zijn in 2014 postuum uitgebrachte ”Het Krokettenboek”. De kroket behoort sindsdien, naast de frikandel en de kaassoufflé, rotsvast tot de drie populairste snacks van Nederland. Van chic voorgerecht naar goedkope snack die je zo uit de muur trekt en staand opeet: het kan verkeren.
Emigranten
Het meest opmerkelijke aan de kroket is nog wel dat het een exclusief Nederlandse snack is. Buiten onze grenzen, uitgezonderd Vlaanderen, kent geen enkel ander land de delicatesse. En die band van Nederlanders met de kroket is ook nog eens heel sterk. Op een enkel berichtje over de kroket in een grote Facebookgroep van Nederlandse emigranten kwamen honderden reacties. De strekking van de meeste: we missen de kroket enorm!
Sommige emigranten maken ze zelf. Frank (65) en Jacqueline (62) van den Bosch, bijvoorbeeld. Toen ze nog in Nederland woonden aten ze „weleens een kroket”. Eenmaal geëmigreerd naar Midden-Frankrijk, misten ze de snack plotseling. Frank: „De onlineshops waar je ze kunt bestellen, vonden we te duur, dus zijn we zelf gaan kokkerellen. Heel klassiek, met spuitzak en folie, en lokaal rundvlees.” Dat vergde veel oefening, vooral om de dikte en stevigheid goed te krijgen. „Maar wat hebben we genoten van die eerste paar kroketten uit eigen keuken!” Daarna volgden ook andere snacks als bamiblokken en nasischijven.
Toen andere Nederlanders in Frankrijk lucht kregen van hun kroketten makende landgenoot, was het hek van de dam. In een aparte ruimte bij hun huis produceert het echtpaar Van den Bosch nu duizenden kroketten en bitterballen per jaar, voor een aantal Nederlandse campings en particulieren. „Nederlanders rijden gerust een heel stuk om, om ze bij ons te komen halen”, vertelt Frank. „Eén klant woont hier 200 kilometer vandaan, maar heeft die afstand ervoor over.”
Foodtruck
Ook Marit (33) en Remco (35) Visser, die jaren geleden naar Australië emigreerden, misten de Nederlandse snacks, en de kroket in het bijzonder. Marit: „Altijd als we op familiebezoek naar Nederland gingen, renden we op Schiphol naar de eerste de beste snackbar voor een broodje kroket.” Het stel –zij werkt in de hotelwereld en hij in de evenementendecorbouw– besloot een foodtruck te beginnen in Cairns, met enkel Nederlandse snacks. Zelfgemaakt, maar dat bleek nog niet eenvoudig. „Pas na een jaar oefenen hadden we perfecte kroketten. In het begin lekten ze of spatten uit elkaar zodra we ze in de friteuse gooiden”, legt Remco uit. „De beste tip wat dat betreft, is dubbel paneren met bloem, ei en fijn en grof paneermeel.”
Als volleerde snackmakers staan ze nu op festivals en evenementen, waar ook de Australiërs langzaam maar zeker vallen voor de krokante kroket van de Nederlanders. Marit: „Het is ook hier een beetje: wat de boer niet kent, dat eet hij niet. Als we ze maar over de drempel krijgen, dan willen ze alleen maar meer, want de kroket als snack staat natuurlijk als een huis. Ik ken bijna niemand die hem niet lekker vindt.” Het leukst vindt ze het als er Nederlanders nietsvermoedend aan komen waaien. „Als zulke mensen onze kroketten zien, zijn ze vaak door het dolle heen. Ze hebben het vaak al zó lang zonder moeten doen, en ineens liggen ze voor hun neus, aan de andere kant van de wereld.”