Rumoer rond kalverhouderij in enclave
Vleeskalverhouders in de agrarische enclave Uddel-Elspeet zijn bang dat door het reconstructieplan Veluwe, een bijbehorend convenant en het milieuvergunningen-beleid van gemeenten hun bedrijven binnenkort voor jaren op slot gaan. Dat betekent concreet inkrimping in plaats van uitbreiding van hun activiteiten. Volgende week neemt de provincie Gelderland een besluit.
De materie is complex. Boeren, burgers en buitenlui moeten hun uiterste best doen om te snappen waarover het gaat. Agrarisch adviseur voor het buitengebied Steven van Westreenen (36) uit Barneveld heeft veel woorden nodig om het probleem te schetsen. Als hij een kaart op tafel tovert, wordt de kwestie al wat inzichtelijker.
Op de reconstructie-zoneringskaart van de provincie Gelderland ligt te midden van het vele groen een geel-groene vlek: de zandgrond van de enclave. Elspeet, Uddel, Speuld en delen van Garderen en Ermelo liggen erbinnen. Dat betekent bemoeienis van vier gemeenten: Nunspeet, Apeldoorn, Barneveld en Ermelo. In het gebied is de vleeskalverhouderij al decennialang nadrukkelijk aanwezig. Afgewisseld door karakteristieke houtwallen staan her en der de kalverschuren. Het agrarische gebied is omringd door de kwetsbare Veluwse bossen.
De enclave telt rond de 60.000 kalverplaatsen, weet Van Westreenen. Die zijn verdeeld over zo’n 140 bedrijven, die allemaal groepshuisvesting toepassen. Met zes of zeven kalveren bij elkaar op een wettelijk voorgeschreven vloeroppervlak hebben de dieren een aanzienlijk beter bestaan dan hun vele voorgangers die in de omstreden individuele boxen stonden.
Drie kalvermelkfabrieken -Navobi, Alpuro en Klarenmelk- voorzien de kalverpopulatie van voedsel. Een persleiding richting kalvergierzuiveringsinstallatie zorgt voor de afvoer van dunne mest. Slachterijen zijn er op korte afstand, Ekro in Apeldoorn is daarvan de grootste. Van Westreenen: „Onder andere door de handige infrastructuur is hier sprake van een bijzonder krachtige productieketen.”
Als uitvloeisel van de recente varkenspestepisode dient er ook voor de enclave een reconstructieplan te komen. Is het plan voor de Gelderse Vallei (Barneveld en omgeving) op het zetten van handtekeningen na rond, voor de Veluwse variant liggen nog veel voetangels en klemmen. „Het agrarisch gebied moet in drie zones worden verdeeld, vanwege het kwetsbare karakter van de omgeving. De provincie wijst extensiveringsgebied, verwevingsgebied en landbouwontwikkelingsgebied aan.”
Daarin zit een groot deel van de pijn voor de vleeskalverhouders, zegt Van Westreenen. „Want ga maar na. Voor extensiveringsgebied geldt dat de landbouw op den duur verdwijnt, ten gunste van de natuur. In verwevingsgebied moet de ontwikkelingsruimte voor de kalverhouderij worden afgewogen tegen de belangen van natuur en landschap. Alleen in het landbouwontwikkelingsgebied mag de sector uitbreiden. Op de kaart zijn dat slechts een paar snippertjes, buiten de enclave. Marginaal dus.”
Een recent gesloten convenant van onder meer de vier gemeenten, GLTO, Gelderse Milieufederatie en Gelders Landschap voert de druk op de kalverhouders verder op, zegt hij. In opdracht van vijf bedrijven maakt Van Westreenen zich sterk richting provinciale overheid, die het plan immers moet vaststellen.
„Zet het Veluweplan de bedrijven al voor een groot deel op slot, het convenant maakt de kwestie nog erger. Dat er een overeenkomst moet komen, staat als een paal boven water. De onrechtvaardige eenzijdigheid moet er echter uit. Nu is alles op de natuur toegeschreven. Ik pleit voor een gedeelde verantwoordelijkheid voor alle partijen. De boeren mogen niet alleen de dupe worden van deze in mijn ogen kromme en al te dwingende regelgeving.”
Begin deze maand toog de adviseur naar het provinciehuis in Arnhem, met een bus vol agrariërs uit het gebied in zijn kielzog. De inspraak in de commissievergadering landelijk gebied van de provincie stemt hem vooralsnog hoopvol. „Het Veluweplan zet in de enclave bij alle bedrijven een slot op de muur, dat wil zeggen dat er geen meter meer mag worden bijgebouwd, er geen kalf meer bij kan. Ik kan me niet voorstellen dat men dat echt wil.”
Omdat het beleid van de provincie tot nu toe steeds gericht is geweest op het instandhouden van de vleeskalverhouderij in het gebied, begrijpt Van Westreenen niet dat de enclave bijna in z’n geheel als extensiveringsgebied wordt aangewezen. „Want stilstand betekent achteruitgang.”
Volgens de adviseur zijn de Wet ammoniak en veehouderij en de Vogel- en Habitatrichtlijn voor dit gebied al zodanig „regulerend” dat er sowieso een rem staat op grote uitbreidingen. „Er is voor de verduurzaming van de sector inmiddels echter zo veel geïnvesteerd dat de mensen wel de kans moeten krijgen die inspanning terug te verdienen. Bovendien: de kalversector is van groot belang voor het economisch perspectief van de melkveehouderij in het algemeen. Vanwege de afzet van kalveren en de productie van kalvermelkpoeder.”