”Als het goede slechte mensen treft”
Auteur: dr. John H. Gerstner
Uitgeverij: De Banier, Utrecht, 2004
ISBN 90 336 0560 0
Pagina’s: 31 pag.; € 3,95. De ramp in Azië heeft een enorme schrikreactie tot gevolg gehad. Waarom moest dat gebeuren? Is dit een oordeel, een straf van God? Veel mensen vragen zich af waarom „het kwaad goede mensen treft” (een uitdrukking van de Joodse auteur Harold Kuhsner). Dr. Gerstner, auteur van ”Als het goede slechte mensen treft”, stelt een tegenovergestelde vraag: Waarom krijgen wij, slechte mensen, nog zo veel goede dingen?

Deze wereld kent veel verdriet en lijden. De auteur geeft aan dat die constatering ons niet zou moeten verbazen. We leven in een wereld waarin de zonde bestaat. De zonde brengt lijden met zich mee. Zo lang de mens leeft in een zondige wereld, is het te verwachten dat hij pijn en verdriet heeft. We moeten bedenken dat mensen zondaar zijn tegenover God en daarom -op een rechtmatige manier en niet overmatig- worden gestraft.

Om aan te geven dat niet het lijden het echte probleem is, komen de volgende drie punten aan de orde: zonde bestaat; de zonde brengt lijden met zich mee en het lijden is geen echt probleem (pag. 15).

De goddelozen krijgen hun volledige straf niet in dit leven. Godvrezenden moeten lijden en ze klagen daar soms over. De Bijbel leert dat hun lijden, na bekering en verzoening met God, niet langer een bestraffing is, maar een kastijding. Het is niet de straf van God Die op hen toornt, maar de kastijding van God Die Zich heeft verzoend. God kastijdt degenen die Hij liefheeft, zegt de Schrift (pag.16).

Er zou pas echt een probleem zijn als er geen lijden voorkwam in de wereld. We dienen ons af te vragen waarom we zo weinig lijden en nog zo veel genieten, aldus de auteur. We verdienen een onmiddellijke, welverdiende en onherstelbare straf, omdat we zondaars zijn tegenover een majesteitelijk God. De mens, die het verdient om onmiddellijk in de hel te worden geworpen en die ongelofelijk veel geluk heeft dat hij nog kan ademhalen, klaagt over zijn ongeluk.

De enige reden dat we op dit moment niet veroordeeld zijn, is dat de Rechter van hemel en aarde er de tijd nog niet rijp voor acht om ons ter verantwoording te roepen.

Er moet rechtvaardigheid geschieden. Alleen het christendom heeft een manier om absolute rechtvaardigheid en oneindige genade met elkaar te verenigen, omdat de Heere Jezus de oneindige toorn van God tegen de zonde gedragen heeft. Door Zijn sterven heeft Hij genade verworven. Genade die Hij uitdeelt aan verloren zondaren. God heeft ons nog gespaard om ons te redden van de ondergang die onvermijdelijk zou zijn geweest. Hij geeft Zijn kinderen nog dat zij kunnen genieten van het goede dat Hij geeft. Maar bovenal mogen zij het ware genot verwerven in de nabijheid van en verzoend met God, Die in Christus hun Vader is.

Rationeel betoog
Na het lezen van dit boekje blijf ik zitten met de vragen over het lijden in onze wereld. De auteur slaagt erin om in een rationeel betoog vanuit zijn visie duidelijk te maken waarom wij, slechte mensen, nog zo veel goede dingen krijgen. Hij doet dit op een heel knappe manier.

Toch houd ik mijn vragen. Er gebeuren dingen in onze wereld die we niet echt kunnen verklaren. Gods handelen met deze wereld is door ons, kleine mensen, niet rationeel te verklaren. Daar schiet ons menselijk verstand tekort.

Sterker nog, we moeten deze dingen niet willen verklaren, maar belijden en beleven dat zonder de wil van de hemelse Vader geen haar van ons hoofd zal vallen. Gods kind moet met de dichter van Psalm 77 soms uitroepen: „Uw weg was in de zee, uw pad in grote wateren, en Uw voetstappen werden niet bekend.”