Wiel, ploeg, kamelenzadel
Titel:
”De zeventig beroemdste uitvindingen van de oudheid”
Auteur: Brian M. Fagan (samenst.)
Uitgeverij: Thoth/Lannoo, Bussum/Tielt, 2004
ISBN 90 77699 02 3
Pagina’s: 304
Prijs: € 32,50. Dat de uitvinding van het wiel het dagelijks leven in de Oudheid op zijn kop zette, zal niemand ontkennen. Maar er zijn ook minder spraakmakende vernieuwingen waarvan de uitwerking minstens zo groot is. Het kamelenzadel bijvoorbeeld. Dankzij deze uitvinding kwam de handel in Zuidwest-Azië en de Sahara pas echt tot bloei.
”De zeventig beroemdste uitvindingen van de oudheid” brengt niet alleen vanzelfsprekende dingen zoals stenen werktuigen, het wiel en de ploeg onder de aandacht. Gevlochten manden voor het bewaren van de oogst, het koken van voedsel en de vervaardiging van kleding zijn ook in het boek opgenomen. Zelfs gezelschapsspellen ontbreken niet. Tientallen wetenschappers hebben hun specialisme in enkele -kleurig geïllustreerde- pagina’s onder woorden gebracht.
De manden die de mens in de Oudheid maakte, bestonden uit bladeren of twijgen, vaak vervlochten tot de ingewikkeldste patronen. Soms was het handwerk zo fijn dat er melk of water in kon worden bewaard. Overal ter wereld zijn (resten van) manden gevonden. Vaak alleen als afdrukken in de bodem, soms tot de rand toe gevuld. Toetanchamon bijvoorbeeld nam meer dan 120 manden met gedroogd fruit mee in zijn graf.
Eten koken lijkt een overbodige bezigheid. Veel soorten dierlijk en plantaardig voedsel kunnen rauw worden genuttigd. Koken maakt het eten wel smakelijker en beter verteerbaar en zorgt voor een hogere voedingswaarde. In de loop van de tijd ontwikkelde de mens vijf methoden om voedsel te bereiden: roosteren boven vuur of gloeiende kolen, koken in vloeistof, bakken in een oven, frituren en verhitten in een laag van klei of zeewier. De laatste methode beschermt het voedsel tegen verbranding.
Een uitvinding die ook meer invloed heeft dan je op het eerste gezicht denkt, is de spindel: een stukje gereedschap dat korte vezels ineendraait tot één lange draad. Het logische vervolg is het weefgetouw, dat de draad tot een lap stof weeft. Zo leerde de mens zich te beschermen tegen kou, hitte en vocht.
Cosmetica
De zeventig uitvindingen zijn overzichtelijk verdeeld in zes hoofdstukken met voor de hand liggende onderwerpen zoals werktuigen, technieken, vervoer, jacht en oorlog, maar ook minder beroemde categorieën: wonen, eten en drinken. Als laatste volgt een hoofdstuk met de titel ”Persoonlijke opsmuk”. Een aantal zaken dat daarin wordt beschreven -tatoeage, cosmetica en verdovende middelen- hoort overigens beter thuis in een boek dat de beruchtste uitvindingen van de Oudheid beschrijft.
Minpunt is ook dat de schrijvers bij een aanzienlijk deel van de onderwerpen (steentijd, vuur, aardewerk) kwistig strooien met tienduizenden, honderdduizenden en miljoenen jaren. Het grootste deel van de uitvindingen stamt uit de periode voor de geboorte van Christus. De schrijfstijl van de samenstellers is wel een compliment waard. Het boek vereist van de lezer weinig voorkennis, terwijl die al lezend wel een stuk wijzer wordt.