Rechter onder indruk van bewijs Milosevic
Dit is „heel sterk bewijs", zei voorzittend rechter Patrick Robinson dinsdag tijdens het Milosevic–proces, nadat getuige á decharge Jovanovic aan de hand van VN–documenten had gesteld dat Joegoslavië sinds 1992 ’blijkbaar’ geen controle meer had over de Bosnisch–Servische legerleider Mladic.
Het Joegoslavische Volksleger had zich in het voorjaar van 1992 officieel teruggetrokken uit Bosnië. Servische militairen die zelf uit Bosnië afkomstig waren, vormden er milities die later zouden uitgroeien tot het Bosnisch–Servische leger. Dit waren „onafhankelijke spelers" die niet meer onder de controle van Belgrado stonden, zo betoogde Jovanovic op basis van VN–bronnen.
Robinson nodigde Milosevic uit de auteurs van de VN–documenten zelf als getuigen op te roepen. Ex–president Milosevic van Servië is aangeklaagd onder meer wegens medeverantwoordelijkheid voor oorlogsmisdaden in Bosnië, zoals beschietingen van burgerdoelen in de Bosnische hoofdstad Sarajevo en de genocide van Srebrenica.
Vladislav Jovanovic was op cruciale momenten van de Joegoslavië–crisis VN–ambassadeur van Belgrado waar Slobodan Milosevic de scepter zwaaide, eerst als president van Servië en vervolgens als president van Joegoslavië. Volgens Jovanovic heeft een VN–medewerker het voor de Serviërs gunstige rapport expres achtergehouden, toen de VN–Veiligheidsraad in 1992 zou gaan besluiten over de sancties tegen Servië. Hij had het over „manipulatie van de Veiligheidsraad".
Volgens Jovanovic was Milosevic geregeld kwaad als het Bosnisch–Servische leger zijn boekje te buiten ging en heeft hij de belegering van Sarajevo veroordeeld. Ook zou Milosevic altijd gezegd hebben dat mensen die oorlogsmisdaden hebben begaan, moeten worden berecht.
Woensdag zullen de VN–aanklagers de 71–jarige Jovanovic aan een kruisverhoor onderwerpen om het waarheidsgehalte van zijn uitspraken op de proef te stellen.