Aarde steeds warmer
De zomer wordt in Nederland ieder jaar een dag langer. Het is half februari en hier en daar is al bloeiend speenkruid en fluitenkruid te zien. Dat komt deze keer door de warme periode begin januari, maar er zijn veel meer tekenen die erop wijzen dat het klimaat structureel verandert. Vlinders als de atalanta die eerder hier nooit overwinterden en nu ineens opduiken, de oeverzwaluw die een paar weken eerder terugkomt uit Afrika, en het hooikoortsseizoen dat elke tien jaar zes dagen eerder invalt.Niet alleen biologen zijn het erover eens dat het klimaat de laatste decennia sterk verandert. Over de oorzaak ervan bestaat echter wel verschil van mening. Dat is geen wonder, want soms lijken de waarnemingen elkaar tegen te spreken. Terwijl in Nederland de biologische lente nu bijna een maand eerder begint dan een halve eeuw geleden, gebeurt in Zuid-Europa het omgekeerde. En terwijl hier de herfst steeds langer duurt, valt die in Noord-Europa juist eerder. Het is dus niet moeilijk om te beweren dat het om grillige spelingen van de natuur gaat.
Iedere ketter heeft hier zijn letter. Dat geldt ook voor critici die menen dat de opwarming van de aarde niet meer is dan een toevallige temperatuurschommeling en dat er geen sprake is van invloed van de mens. Daar staat tegenover dat er steeds sterkere aanwijzingen zijn dat de uitstoot van gassen als kooldioxide en methaan de broeikaswerking van de atmosfeer om onze aarde versterken. De hoeveelheid kooldioxide is onrustbarend toegenomen en daardoor loopt de thermometer op, met 0,8 graden Celsius sinds de industriële revolutie omstreeks 1750.
Het is kortzichtig om zulke waarnemingen af te doen met de opmerking dat het niet erg is als de wijngaarden naar het noorden oprukken. Klimaatverandering betekent niet alleen een biologische verstoring maar ook smeltende gletsjers, een stijgende zeespiegel, overstromingen, grillige neerslagpatronen en orkanen. Als duidelijk is dat de mens daar een substantiële invloed op heeft, ligt er ook de taak om er wat aan te doen.
Vanaf morgen is het Kyoto-protocol officieel van kracht. Die overeenkomst tussen 55 landen moet de uitstoot van kooldioxide in 2010 terugdringen tot een niveau dat 5 procent lager is dan in 1990. Maar zelfs als alle landen hun afspraken stipt nakomen, is het Kyoto-protocol pas een eerste stapje. Voor een echte omslag moet er heel wat meer gebeuren. Daarom is het een goede zaak dat er serieus nagedacht wordt over het belasten van kerosine en het inzetten van kernenergie.
Nederland gaat bij Kyoto terecht uit van het voorzorgsprincipe: zelfs al is het nog niet 100 procent zeker dat de mens de opwarming veroorzaakt, de mogelijke gevolgen zijn zo ingrijpend dat snel maatregelen nodig zijn.
Dat hoort bij goed rentmeesterschap. Calvijn zegt over het bouwen en bewaren dat de aarde ons in beheer gegeven is onder die voorwaarde dat we tevreden zijn met een zuinig en matig gebruik ervan. We moeten een akker beter aan ons nageslacht overhandigen dan we die zelf ontvangen hebben. Meewerken aan het akkoord van Kyoto heeft alles te maken met ons omgaan met geld en goed en begint dus dicht bij huis.