EU ongerust over concentraties troepen Eritrea
De EU is ongerust over recente troepensamentrekkingen van Ethiopië en Eritrea langs hun omstreden grens en roept beide landen ertoe op geen stappen te zetten die tot nieuwe vijandelijkheden kunnen leiden.
Dat heeft de Nederlandse ambassadeur Rob Vermaas maandag namens de EU gezegd. Volgens een westerse diplomaat heeft Ethiopië ongeveer 60.000 militairen bij de grens gelegerd, beduidend meer dan de 35.000 die er eind 2004 stonden. Ook het merendeel van de 300.000 militairen die Eritrea heeft bevindt zich in de buurt van de 25 kilometer brede bufferzone die de twee landen scheidt.
De twee landen voerden van 1998 tot 2000 een 2,5 jaar durende uitputtingsoorlog die 70.000 levens eiste en elk land meer dan een miljoen dollar per dag kostte. Een internationale commissie, onderdeel van het Permanente Hof van Arbitrage in Den Haag, heeft beslist dat de stad Badme, die de inzet van het conflict vormde en nu in Ethiopische handen is, aan Eritrea toegewezen moet worden. Ethiopië zegt zich „in principe” bij de beslissing van de commissie neer te leggen, maar tegelijkertijd geen grondgebied te zullen prijsgeven.
De Ethiopische regering van premier Meles Zenawi heeft donorlanden een jaarverslag over de economische vorderingen van het land gepresenteerd, waarin meer hulp wordt gevraagd om de armoede te verminderen. De Europese Unie is met een bijdrage van 400 miljoen euro per jaar de grootste donor van Ethiopië. Ambassadeur Vermaas zei dat de ontwikkelingshulp aan Ethiopië „direct beïnvloed” wordt door politieke en bestuurskwesties, waarbij hij aantekende dat „duurzame vrede tussen Ethiopië en Eritrea van fundamenteel belang is voor de nationale ontwikkeling en de versterking van de vrede en veiligheid in de regio.”