Economie

Inhaalrace van lonen in nieuwe EU-landen

De loonkosten in de vorig jaar toegetreden EU-landen zijn bezig met een inhaalrace. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) constateerde maandag een opvallend snelle stijging van de arbeidskosten in de Oost-Europese lidstaten.

ANP
15 February 2005 08:28Gewijzigd op 14 November 2020 02:13

„Vooral in Tsjechië, Hongarije en Estland is sprake van een inhaalslag. In Polen is de groei nu duidelijk wat meer gematigd”, aldus onderzoeker M. Vergeer van het CBS. Vergeer wijst erop dat Polen veruit het grootste nieuwe EU-land is.

„Polen is nog steeds een geduchte concurrent”, stelde de CBS-onderzoeker. De loonkosten per uur liggen in Nederland bijna vijf keer zo hoog als in het Oost-Europese land. „Dat betekent dat Nederlandse werknemers vijf keer meer moeten produceren per uur, willen we productie hier houden.”

In Nederland bedroegen de gemiddelde arbeidskosten per gewerkt uur voor bedrijven in 2003 bijna 27 euro. Daarmee neemt het een middenpositie in ten opzichte van andere West-Europese landen. Polen en Tsjechië behoorden in 2003 tot de duurdere Oost-Europese landen met gemiddelde loonkosten van circa 5,5 euro.

De arbeidskosten hebben in alle nieuwe EU-lidstaten tussen 1997 en 2002 een behoorlijke vlucht genomen. Koploper was Tsjechië met een groei van 80 procent. Letland, Hongarije en Polen kenden een stijging van 50 tot 60 procent.

Volgens Vergeer is deze groei in 2003 en 2004 afgevlakt, maar lag deze nog altijd boven het EU- gemiddelde. Zo zijn in de eerste drie kwartalen van 2004 de loonkosten in Hongarije met ongeveer 9 procent gestegen, in Tsjechië met 7 procent en in Estland met ruim 6 procent. Alleen Polen zat in de eerste negen maanden van vorig jaar met 3 procent slechts nipt boven het EU-gemiddelde van 2,5 procent.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer