In Noord-Ierland is vastgelegd dat de twee grootste partijen samenwerken in de regering. DUP stapte in februari 2022 uit de regering. De verkiezingen daarna werden gewonnen door de Ierse republikeinen van Sinn Féin, maar die partij kan volgens de regels niet regeren zonder de DUP, de tweede partij. De regels volgen uit een vredesakkoord in de verscheurde regio dat op Goede Vrijdag 1998 tot stand kwam.

Sinn Féin, dat streeft naar aansluiting bij de republiek Ierland, heeft 27 van de negentig zetels in het regioparlement. De unionistische DUP die de banden met de rest van het Verenigd Koninkrijk juist zo nauw mogelijk wil hebben, heeft 25 zetels.

De DUP bleef weigeren mee te regeren, omdat de partij niet kon leven met de afspraken die Londen met de Europese Unie heeft gemaakt over de status na de Brexit. Noord-Ierland kreeg een voorlopige aparte status waarmee het in de handel feitelijk bij de EU bleef en apart kwam te staan van de rest van het koninkrijk. Dat werd ook geïnspireerd op het Goedevrijdagakkoord dat moet voorkomen dat er grensposten komen aan de grens van Noord-Ierland en de Ierse republiek die bij de EU hoort.

Daarom werden regels bedacht waarbij de grens voor met name handelsgoederen tussen Noord-Ierland en Groot-Brittannië in kwam te liggen. Dat is voor de unionisten een gruwel omdat dit de regio verwijdert van de Britten. Volgens Donaldson garanderen de jongste voorstellen dat Noord-Ierland in het Verenigd Koninkrijk blijft en er geen handelsgoederen meer worden gecontroleerd binnen dat koninkrijk.

Volgens de Britse minister voor Noord-Ierland, Chris Heaton-Harris, worden de voorstellen woensdag bekendgemaakt. Onderdeel is volgens betrokkenen een wet waarmee Noord-Ierland verder in het koninkrijk verankerd wordt en extra uitgaven voor het rijksdeel ter waarde van 3,85 miljard euro. Noord-Ierland is aan het begin van de twintigste eeuw afgescheiden van de rest van Ierland, maar is sinds 1922 ook in hoge mate autonoom van het Verenigd Koninkrijk gebleven.