Sterke groei racisme en antisemitisme in Rusland
Rusland wordt steeds frequenter geconfronteerd met antisemitisme en racisme. Burgers met een donkere huidskleur zijn vrijwel dagelijks het slachtoffer van geweld, terwijl joden steeds vaker het mikpunt zijn van intimidatie en lastercampagnes.
Mensenrechtenorganisaties en waarnemers spreken inmiddels over een ware golf van xenofobie in het land. Maar de autoriteiten ontkennen dit en beschouwen de meeste incidenten als op zichzelf staande uitingen van „hooliganisme.”
Volgens het Wereldforum tegen Antisemitisme nam het aantal gewelddadige antisemitische acties in Rusland vorig jaar toe van 4 tot 55. En volgens Russische mensenrechtenorganisaties verdubbelde in 2004 het aantal racistische moorden tot 48. Ook het aantal niet-dodelijke slachtoffers van racistisch geweld groeide vorig jaar explosief.
De daders zijn in veel gevallen kaalgeschoren blanke jonge Russische mannen, skinheads, die openlijk nationalistische en nazistische boodschappen uitdragen. Ze hebben het vooral gemunt op mensen uit Afrika en Zuidoost-Azië, maar ook Russischtalige burgers uit de nabije Kaukasus en het voormalige Russische Centraal-Azië behoren tot hun doelgroep.
Behalve kinderen en studenten zijn ook diplomaten en hun familieleden steeds vaker het slachtoffer van hun geweld. Zij hebben al meermalen een klacht ingediend bij de autoriteiten, maar dat heeft tot nu toe weinig effect gehad.
Worden de daders al veroordeeld, dan is het vrijwel nooit op racistische gronden. Meestal wordt tegen de agressor een strafzaak geopend wegens de verstoring van de openbare orde, hooliganisme of moord. Van de racistische motieven is in de officiële aanklacht vaak niets meer terug te vinden. Ondanks dat de daders soms openlijk toegeven hun slachtoffers te hebben aangevallen vanwege hun etnische afkomst, neemt de politie maar zelden het racistische motief op in het procesverbaal.
Reden is dat nogal wat politieagenten sympathie hebben voor de daders. Bovendien stellen ze zichzelf meestal ook weinig intolerant en soms zelfs openlijk agressief op jegens burgers met een andere huidskleur. Aangifte doen van racistisch geweld heeft daarom vaak weinig zin.
Deze intolerantie beperkt zich niet tot de politie. Recent opinieonderzoek toont aan dat 53 procent van de Russische bevolking de stelling ”Rusland voor de Russen” onderschrijft. Volgens Alla Gerber, voorzitter van het Fonds Holocaust, blijkt uit ander onderzoek dat 48 procent van de Russen voor de inperking van de rechten van etnische minderheden is, terwijl 28 procent voorstander is van de stichting van speciale nederzettingen voor de joodse bevolking.
Volgens Aleksandr Brod, directeur van het Moskouse Bureau voor Mensenrechten, is de altijd al matige Russische tolerantie jegens etnische minderheden vooral na de parlementsverkiezingen eind 2003 verslechterd. De ultranationalistische partijen Rodina en LDPR versterkten toen hun positie in de Doema aanzienlijk en beschikken nu over meer dan eenvijfde van alle zetels.
De situatie ging volgens Brod verder achteruit in september vorig jaar na de gijzelingsactie in Beslan, toen vooral burgers met een Kaukasisch uiterlijk het mikpunt werden van racistisch geweld. Ten slotte heeft ook de dit jaar van kracht geworden nieuwe wet op de sociale zekerheid -waardoor vele miljoenen sociaal zwakkeren in de financiële problemen zijn geraakt- tot toenemende intimidatie van etnische minderheidsgroepen geleid.
Brod verklaart deze ontwikkelingen uit de Russische traditie van het vinden van bliksemafleiders en zondebokken wanneer er sprake is van economische of andere tegenslagen. Hij beticht de Russische autoriteiten ervan een kwalijke rol te spelen, omdat zij weinig doen om deze negatieve ontwikkeling een halt toe te roepen.
Zo ontkennen ze dat er sprake is van een uit de hand gelopen skinheadprobleem, ondanks dat uit verschillende onderzoeken blijkt dat het land over veruit de grootste skinheadbeweging van de wereld beschikt. Deze heeft naar schatting tussen de 50.000 en de 100.000 aanhangers, terwijl alle andere landen van de wereld samen zo’n 70.000 skinheads tellen.
Ook neemt volgens mensenrechtenorganisaties het Russische openbare ministerie vaak maar weinig serieuze actie tegen openlijk racistische en antisemitische uitingen. Bovendien worden de activiteiten van formeel verboden ultranationalistische partijen zoals Russische Nationale Eenheid (RNE) en de Slavische Unie (met de ideologische afkorting SS) in de praktijk oogluikend toegestaan.
Maar ook legale en in de Doema vertegenwoordigde politieke partijen nemen steeds minder een blad voor de mond. Zo riep eind vorige maand een twintigtal parlementariërs op tot een verbod op alle joodse organisaties in het land. De door leden van Rodina en de communistische partij ondertekende oproep werd zelfs ingediend bij het openbaar ministerie en gepubliceerd in de ultranationalistische krant Roes Pravoslavnaja (Orthodox Rusland). Volgens de parlementariërs propageert het jodendom al 2000 jaar vreemdelingenhaat en zou het de wedergeboorte van de Russische staat tegenhouden.
De bekendmaking van de oproep viel samen met president Poetins deelname aan de Auschwitz-herdenking. Die was daardoor genoodzaakt publiekelijk het antisemitisme in zijn land te veroordelen, de eerste keer in de vijf jaar dat hij aan de macht is. Maar verder is er tot nu toe nog niemand om de brief vervolgd.