GezondheidWarmteregulatie

„Oudere in zorgcentrum wordt te veel verwend”

Ouderen in woon-zorgcentra worden te veel verwend, vindt thermofysioloog prof. dr. Wouter van Marken Lichtenbelt. „De temperatuur daar wordt wel heel strak gereguleerd. Op die manier kweken we fragiele ouderen.”

29 January 2024 14:23Gewijzigd op 29 January 2024 17:19
beeld RD, Jos Ansink
beeld RD, Jos Ansink

Wim Hof, alias The Iceman, heeft verschillende wereldrecords op zijn naam staan. Zo lag hij twee uur in een bad met ijsblokjes tot aan zijn nek. Hij zwom van wak naar wak onder poolijs door en liep een halve marathon op blote voeten in de sneeuw.

Uit metingen bleek dat The Iceman –anders dan verwacht– niet over uitzonderlijk veel zogeheten bruin vet beschikt. Bruin vetweefsel produceert warmte en kan worden geactiveerd door blootstelling aan koude.

Wel bleek dat de stofwisseling bij Hof onder koude omstandigheden met 40 procent toeneemt. Ook verandert zijn manier van ademhalen: hij begint diep adem te halen en houdt zijn adem lang in. Dat schrijft Van Marken Lichtenbelt, die hem onderzocht, in ”Van rillen tot zweten. De wetenschap achter lichaamstemperatuur van mens en dier”. Het boek verscheen eind vorig jaar bij Veen Media.

Het geheim van Hof ligt vooral bij wat hij zelf „change the mindset” noemt, zegt Van Marken Lichtenbelt, emeritus hoogleraar thermofysiologie aan Maastricht University, desgevraagd. „Hof kan goed tegen kou omdat hij zich erop instelt. Uiteindelijk houdt hij het ook niet eindeloos vol, erkent hij zelf.”

Tijdens de traditionele nieuwjaarsduik sprongen dit jaar zo’n 65.000 mensen in ijskoud water. Hoe gezond is dat?

„Dat weten we niet goed. Er zijn wel onderzoeken gedaan naar langdurige blootstelling aan milde kou, maar over wat korte tijd in extreme kou doorbrengen doet met je gezondheid zijn nauwelijks gegevens.

Je krijgt er natuurlijk wel een kick van als je zo’n sprong in ijskoud water aandurft. Dus ik denk dat zo’n duik veel voldoening geeft.”

Sommige mensen nemen elke ochtend een koude douche. Is dat aan te raden?

„Ook daarover is weinig bekend. Uit één onderzoek bleek dat het ziekteverzuim iets minder is bij mensen die dat doen, maar dat was een kleinschalige proef. Ik denk zelf dat een koude douche weinig zoden aan de dijk zet, omdat de schok vrij kort is. Het is wel zo dat je hart en vaten anders gaan reageren als je elke dag een koude douche neemt. In het begin krijg je een schrikreactie, maar die verdwijnt na verloop van tijd. Dus er verandert wel iets.”

20044247.JPG
Prof. Wouter van Marken Lichtenbelt. beeld Van Marken Lichtenbelt

Bij een van uw onderzoeken liet u mensen tien dagen achtereen een uur per dag rillen van de kou. Dat gaf allerlei gunstige effecten. Verrassend?

„Zeker, daar waren we heel verbaasd over. De eerste keer dat iemand aan ijzige kou of grote hitte wordt blootgesteld, ontstaat een soort stressrespons. Dan zien we ongezonde reacties in het lichaam. Maar als je je lichaam traint op kou of hitte –ik noem dat temperatuurtraining, maar officieel heet dat gewenning of acclimatisatie– gebeurt het tegenovergestelde. De bloeddruk neemt af en de insulinegevoeligheid, een maat voor hoe goed je lichaam met suikers uit voeding kan omgaan, verbetert tot wel 40 procent. Het blijkt dat spieren na koudegewenning makkelijker suikers opnemen.”

Zou het goed zijn de thermostaat in huis of op kantoor een paar graden lager te zetten?

„Dat denk ik wel. De thermostaat een paar graden lager zetten, scheelt heel veel in het gasgebruik. Daarnaast zet kou het lichaam een beetje aan het werk. Dat blijkt elke keer weer gunstig te zijn voor je gezondheid. Een halve eeuw geleden was een temperatuur van 18 graden heel normaal in huis. En er zijn aanwijzingen dat het een eeuw geleden binnenhuis vaak tussen de 13 en 15 graden was. Ik wil niet zeggen dat we terug moeten naar zulke lage temperaturen, maar 16, 17 of 18 graden binnen is echt niet gek.”

In verpleeghuizen en woon-zorgcentra wordt de temperatuur goed gereguleerd. Wat vindt u daarvan?

„In veel van die huizen wordt de temperatuur wel heel strak gereguleerd. Ouderen worden daardoor veel te veel verwend. Op die manier kweken we fragiele ouderen. Ze moeten wat meer aan temperatuurvariatie worden blootgesteld en bijvoorbeeld vaker naar buiten. Als het koud is, maar ook in aanloop naar een hittegolf. Tijdens een hittegolf of met zieke mensen moeten we wel extra voorzichtig zijn.”

Tijdens warme zomermaanden is de sterfte onder ouderen veel hoger dan in de rest van het jaar. Dat pleit voor uiterste voorzichtigheid.

„Dat is zo. Bij een hittegolf moeten we er daarom op letten dat mensen niet te warm worden en dat ze genoeg drinken. Ouderen zijn over het algemeen minder gevoelig voor de dorstprikkel en dat is riskant.

Toch blijf ik erbij dat de temperatuur in de meeste tehuizen veel te gelijkmatig is. Als ouderen fysiek gezond zijn, functioneert hun thermoregulatiesysteem prima en kunnen ze best een stootje hebben.”

De een loopt bij 10 graden in zijn T-shirtje buiten, terwijl de ander dan een winterjas draagt. Hoe verklaart u dat verschil?

„Er zijn inderdaad opvallend grote individuele verschillen. Voor een belangrijk deel heeft dat met gewenning te maken. Als je altijd zonder jas buiten loopt, wen je vanzelf aan lagere temperaturen. Maar dat geldt niet voor iedereen.

We weten dat vrouwen het gemiddeld eerder koud hebben dan mannen. Dat komt omdat zij over minder vetvrije massa –spieren en organen, die warmte produceren– beschikken. Vrouwen hebben relatief meer vetweefsel, maar dat produceert slechts 10 procent van de warmte van andere weefsels.

Mensen met overgewicht hebben het over het algemeen ook minder snel koud. Dat heeft niet alleen met hun isolatielaag te maken, maar ook met hun massa. Meer massa betekent meer warmteopslag, waardoor ze minder snel afkoelen. Ook hebben ze vaak veel spiermassa om hun gewicht te kunnen dragen, en spieren genereren warmte. In de winter is dat gunstig, maar in de zomer kunnen zwaarlijvige mensen vaak hun warmte niet goed kwijt. Je ziet hen daarom vaker puffen van de hitte dan slanke personen.”

Al die individuele verschillen maken het voor gebouwbeheerders niet makkelijk. Hoe hoog moeten ze de thermostaat zetten: 18, 19 of 20 graden?

„Dat is een groot probleem. Het hangt een beetje van de gebouwen af wat de mogelijkheden zijn. Sinds de jaren zeventig wordt de temperatuur in steeds meer gebouwen centraal gestuurd. Misschien moeten we daarvan af. Laat het aan mensen zelf over hoe hoog ze de verwarming zetten. Als mensen daar zelf controle over hebben, klagen ze ook minder.

In mijn werkkamer kan ik zelf aan de thermostaatknop draaien. Ook kan ik het raam openzetten. Ideaal.”

beeld RD, Jos Ansink

Je lichaam koelt niet af van het eten van een ijsje, schrijft u in ”Van rillen tot zweten”. Leg dat eens uit.

„We doen daar proeven bij studenten mee. We laten ze in een warme ruimte van boven de 35 graden zitten en geven ze een ijsje. Dan daalt hun kerntemperatuur, die we bij het oor meten. Maar tegen de verwachting in stijgt de huidtemperatuur. Dat komt omdat de hypothalamus, het orgaantje in het brein dat je lichaamstemperatuur regelt en net boven het gehemelte zit, door het eten van een ijsje een beetje afkoelt en ‘denkt’ dat het lichaam afkoelt. Het geeft dan een seintje aan je lichaam dat het zweten mag worden verminderd. Daardoor koelt de huid minder af.

Kort daarna merkt het lichaam dat het belazerd is, want het is helemaal niet afgekoeld. Dan breekt het zweet je uit. Het gevolg is dat de studenten extra zwetend en met rode hoofden de ruimte verlaten.”

Kun je bij warm weer beter een glas hete thee drinken?

„Dat zou ik ook niet doen, want dan voer je warmte aan en ga je extra zweten. Dat is voor je comfort niet echt prettig. Je kunt dan beter iets lauws drinken of een glas water op kamertemperatuur.”

De ene persoon zweet veel meer dan de andere. Er zijn mensen die overmatig zweten (hyperhidrose) en mensen die niet kunnen zweten (anhidrose). Wat is vervelender?

„Niet kunnen zweten kan levensbedreigend zijn, dus dat is veel erger. Tijdens een hittegolf hebben deze mensen een groot probleem. Ze zouden dan in een koele ruimte moeten zitten of zich besprenkelen met water.

Overmatig zweten is ook vervelend. Mensen voelen zich daar vaak heel ongelukkig bij. Maar zolang je voldoende drinkt, is dat niet levensbedreigend.”

Mensen kunnen veel beter zweten dan de meeste dieren, schrijft u. Hoe zit dat?

„Het vermogen om te zweten is bij de mens extreem goed ontwikkeld. Dat komt omdat we een kale huid hebben, waardoor vocht makkelijk verdampt. Bij dieren, die vaak een dikke vacht hebben, is dat lastiger.

Dieren gebruiken verschillende strategieën om af te koelen. Zo kakken ooievaars op hun kale poten. Als het mengsel van urine en poep verdampt, koelen hun poten af. Katten brengen met hun tong vocht aan op hun huid, diep onder de vacht. Honden hijgen, net als leguanen en andere reptielen.”

Door klimaatverandering worden zomers steeds warmer. Welke problemen voorziet u?

„In Nederland zie ik nog geen grote problemen ontstaan. Ik zeg er altijd bij dat kwetsbare mensen wel moeten opletten.

De standaardadviezen bij een hittegolf helpen veel. Dat betekent: ga in de schaduw zitten, doe rustig aan en drink veel. Daaraan zou ik willen toevoegen: omarm de warmte voordat er een hittegolf komt. Wees bijvoorbeeld terughoudend in het gebruik van de airco. Door blootstelling aan warmte kan het lichaam eraan wennen. Als er dan een hittegolf komt, kun je daar veel beter tegen.”

Meer over
Beste van RD

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer