Buitenland

Verdachte aanslag Beiroet opgepakt

De Libanese autoriteiten hebben een man aangehouden die betrokken zou zijn geweest bij de moordaanslag maandag op oud-premier Rafiq Hariri. De man heeft volgens de regering in Beiroet banden met extremistische moslims, zo berichtte de Amerikaanse nieuwszender CNN dinsdag.

14 February 2005 13:49Gewijzigd op 14 November 2020 02:13
BEIROET – Reddingswerkers inspecteren de plaats in het centrum van Beiroet waar een zware bomaanslag plaatshad. Bij de aanslag maandag kwam onder anderen de Libanese miljardair en ex premier Rafiq Hariri om het leven. Foto EPA
BEIROET – Reddingswerkers inspecteren de plaats in het centrum van Beiroet waar een zware bomaanslag plaatshad. Bij de aanslag maandag kwam onder anderen de Libanese miljardair en ex premier Rafiq Hariri om het leven. Foto EPA

De verantwoordelijkheid voor de moordaanslag is via een video opgeëist door de relatief onbekende groep Ondersteuning en Jihad in Syrië en Libanon. Volgens de groep ging het om een zelfmoordaanslag en zullen er meer aanslagen volgen „tegen ongelovigen, afvalligen en tirannen.” De satellietzender Al-Jazeera zond een videoband uit waarop de vermoedelijke dader te zien is. De man op de video is volgens de Syrische media een Palestijn die in Beiroet woont.

De aanslag op Hariri werd gepleegd op de boulevard langs de kust in de Libanese hoofdstad. Volgens ooggetuigen ging de bom af op het moment dat de colonne met de auto van Hariri passeerde. De explosie deed de gebouwen in het centrum van de Libanese hoofdstad op hun grondvesten schudden en was tot in de bergen rond de stad te horen. Die Libanese politie verklaarde dat voor de aanslag zeker 300 kilo springstof is gebruikt.

De ravage op de plaats van de aanslag was groot. Van de uit gepantserde auto’s bestaande colonne bleef slechts een stapel brandende wrakken over. Door de klap stortten de balkons van het nabijgelegen beroemde St. George Hotel naar beneden. Voorbijgangers trachtten in brand staande slachtoffers met jassen en dekens te blussen. Behalve Hariri kwamen nog twaalf mensen om. Er vielen zo’n honderd gewonden, onder wie Hariri’s bondgenoot en voormalig minister van Economische Zaken Bassel Fleihan.

Kort na de aanslag, die rond het middaguur werd gepleegd, trokken aanhangers van de ex-premier naar het ziekenhuis waar hij dood werd verklaard om hem te eren. In zijn geboorteplaats Sidon blokkeerden zijn aanhangers de straten en staken zij autobanden in brand. De Libanese Defensieraad, waarin behalve president Emile Lahoud, ministers en legerfunctionarissen zitting hebben, heeft een onderzoek ingesteld en drie dagen van nationale rouw afgekondigd. Lahoud noemde de moord een donker moment in de Libanese geschiedenis.

De Libanese oppositie gaf de Libanese en de Syrische regering de schuld van de aanslag. De oppositie riep op tot een drie dagen durende staking en eiste een internationaal onderzoek naar de moord, „in het licht van het ontbreken van vertrouwen van de Libanezen in deze regering.”

Ook andere tegenstanders van de Syrische bemoeienis in Libanon gaven de schuld aan Syrië en zijn bondgenoten in de Libanese regering. „De verantwoordelijkheid voor deze smerige misdaad is bekend. Die begint in Damascus en gaat door het Libanese presidentieel paleis in Baabda, de Libanese regering en het Libanese inlichtingenapparaat”, aldus oud-minister van Economische Zaken Marwan Hamadeh, die zelf bij een autobomaanslag in oktober zwaar gewond raakte.

Na het einde van de burgeroorlog, die woedde van 1975 tot 1980, werden er nauwelijks meer aanslagen gepleegd in Libanon. Sinds afgelopen najaar is het echter onrustig in het land, vooral als gevolg van oplopende spanningen tussen de oppositie en de regering over de bemoeienissen van Syrië met het regeringsbeleid in Libanon.

In oktober trad de 60-jarige Hariri na bij elkaar tien jaar premierschap af uit ongenoegen over het aanblijven van zijn rivaal Emile Lahoud als president. Op de ongrondwettelijke verlenging van de ambtstermijn van Lahoud was aangedrongen door Damascus.

De Syrische president Bashar Assad noemde de aanslag op Hariri maandag een afschuwelijke misdaad en maande het Libanese volk tot kalmte. EU-buitenlandcoördinator Javier Solana noemde Hariri een man van vrede en een vriend. De Franse president Jacques Chirac zei geschokt te zijn door de aanslag en eiste een internationaal onderzoek. De Amerikaanse regering zei met andere regeringen in de regio en bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in New York te overleggen over maatregelen. Woordvoerder Scott McClellan wilde zich er nog niet over uitlaten wie verantwoordelijk is voor de aanslag, maar herhaalde de Amerikaanse bezorgdheid over „de buitenlandse bezetting van Libanon.”

Hariri werd in 1992 voor het eerst tot premier gekozen. Tot 1998 leidde hij drie kabinetten. In 2000 werd hij opnieuw tot premier gekozen, wat hij bleef tot oktober vorig jaar. In zijn jaren als premier herbouwde hij Libanon maar zadelde hij het ook op met een schuld van 35 miljard dollar. Dankzij zijn enorme netwerk in de internationale zaken- en politieke wereld wist hij Libanon op de kaart te zetten en de hoognodige investeringen binnen te halen.

voetnoot (u17(Zie ook pag. 6: ”Dood Rafiq Hariri voor Libanezen bitter déjà vu”. BEIROET - De Libanese autoriteiten hebben een man aangehouden die betrokken zou zijn geweest bij de moordaanslag maandag op oud-premier Rafiq Hariri. De man heeft volgens de regering in Beiroet banden met extremistische moslims, zo berichtte de Amerikaanse nieuwszender CNN dinsdag.

De verantwoordelijkheid voor de moordaanslag is via een video opgeëist door de relatief onbekende groep Ondersteuning en Jihad in Syrië en Libanon. Volgens de groep ging het om een zelfmoordaanslag en zullen er meer aanslagen volgen „tegen ongelovigen, afvalligen en tirannen.” De satellietzender Al-Jazeera zond een videoband uit waarop de vermoedelijke dader te zien is. De man op de video is volgens de Syrische media een Palestijn die in Beiroet woont.

De aanslag op Hariri werd gepleegd op de boulevard langs de kust in de Libanese hoofdstad. Volgens ooggetuigen ging de bom af op het moment dat de colonne met de auto van Hariri passeerde. De explosie deed de gebouwen in het centrum van de Libanese hoofdstad op hun grondvesten schudden en was tot in de bergen rond de stad te horen. De Libanese politie verklaarde dat voor de aanslag zeker 300 kilo springstof is gebruikt.

De ravage op de plaats van de aanslag was groot. Van de uit gepantserde auto’s bestaande colonne bleef slechts een stapel brandende wrakken over. Door de klap stortten de balkons van het nabijgelegen beroemde St. George Hotel naar beneden. Voorbijgangers trachtten in brand staande slachtoffers met jassen en dekens te blussen. Behalve Hariri kwamen nog twaalf mensen om. Er vielen zo’n honderd gewonden, onder wie Hariri’s bondgenoot en voormalig minister van Economische Zaken Bassel Fleihan.

Kort na de aanslag, die rond het middaguur werd gepleegd, trokken aanhangers van de ex-premier naar het ziekenhuis waar hij dood werd verklaard om hem te eren. In zijn geboorteplaats Sidon blokkeerden zijn aanhangers de straten en staken zij autobanden in brand. De Libanese Defensieraad, waarin behalve president Emile Lahoud, ministers en legerfunctionarissen zitting hebben, heeft een onderzoek ingesteld en drie dagen van nationale rouw afgekondigd. Lahoud noemde de moord een donker moment in de Libanese geschiedenis.

De Libanese oppositie gaf de Libanese en de Syrische regering de schuld van de aanslag. De oppositie riep op tot een drie dagen durende staking en eiste een internationaal onderzoek naar de moord, „in het licht van het ontbreken van vertrouwen van de Libanezen in deze regering.”

Ook andere tegenstanders van de Syrische bemoeienis in Libanon gaven de schuld aan Syrië en zijn bondgenoten in de Libanese regering. „De verantwoordelijkheid voor deze smerige misdaad is bekend. Die begint in Damascus en gaat door het Libanese presidentieel paleis in Baabda, de Libanese regering en het Libanese inlichtingenapparaat”, aldus oud-minister van Economische Zaken Marwan Hamadeh, die zelf bij een autobomaanslag in oktober zwaar gewond raakte.

Na het einde van de burgeroorlog, die woedde van 1975 tot 1980, werden er nauwelijks meer aanslagen gepleegd in Libanon. Sinds afgelopen najaar is het echter onrustig in het land, vooral als gevolg van oplopende spanningen tussen de oppositie en de regering over de bemoeienissen van Syrië met het regeringsbeleid in Libanon.

In oktober trad de 60-jarige Hariri na bij elkaar tien jaar premierschap af uit ongenoegen over het aanblijven van zijn rivaal Emile Lahoud als president. Op de ongrondwettelijke verlenging van de ambtstermijn van Lahoud was aangedrongen door Damascus.

De Syrische president Bashar Assad noemde de aanslag op Hariri maandag een afschuwelijke misdaad en maande het Libanese volk tot kalmte. EU-buitenlandcoördinator Javier Solana noemde Hariri een man van vrede en een vriend. De Franse president Jacques Chirac zei geschokt te zijn door de aanslag en eiste een internationaal onderzoek. De Amerikaanse regering zei met andere regeringen in de regio en bij de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in New York te overleggen over maatregelen. Woordvoerder Scott McClellan wilde zich er nog niet over uitlaten wie verantwoordelijk is voor de aanslag, maar herhaalde de Amerikaanse bezorgdheid over „de buitenlandse bezetting van Libanon.”

Hariri werd in 1992 voor het eerst tot premier gekozen. Tot 1998 leidde hij drie kabinetten. In 2000 werd hij opnieuw tot premier gekozen, wat hij bleef tot oktober vorig jaar. In zijn jaren als premier herbouwde hij Libanon maar zadelde hij het ook op met een schuld van 35 miljard dollar. Dankzij zijn enorme netwerk in de internationale zaken- en politieke wereld wist hij Libanon op de kaart te zetten en de hoognodige investeringen binnen te halen.

voetnoot (u17(Zie ook pag. 6: ”Dood Rafiq Hariri voor Libanezen bitter déjà vu”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer