Koopkracht beter voor meeste huishoudens, maar niet voor iedereen
Vrijwel alle huishoudens in Nederland gaan er dit jaar op vooruit in hun portemonnee. Maar alleenstaanden met een laag inkomen zien hun koopkracht door het verdwijnen van de energietoeslag juist tussen de 65 en 75 euro per maand verslechteren, heeft het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) becijferd.
Dat de meeste mensen er ten minste iets op vooruit gaan heeft te maken met de stijging van de lonen in veel cao’s. Werkenden zullen ook merken dat de heffingskortingen zijn verhoogd. Van hun brutoloon blijft daardoor netto meer over. De koopkrachtplaatjes van het Nibud laten wel een divers beeld zien. Soms gaat het voor mensen om slechts enkele euro’s koopkrachtverbetering, maar er zijn ook uitschieters van rond de 300 euro per maand.
„Als je werkt en kinderen hebt, stijgt je koopkracht het meest”, legt Nibud-directeur Arjan Vliegenthart uit. Die huishoudens profiteren er namelijk van dat de kinderbijslag met enkele tientjes is verhoogd. Wat hier ook meespeelt zijn de veranderingen in het kindgebonden budget. De bedragen van deze toeslag zijn fors opgeschroefd.
Toch moeten Nederlanders zich niet rijk rekenen door deze koopkrachtberekeningen, waarschuwt Vliegenthart. „We zijn nog steeds uit het gat van 2022 aan het klimmen”, zegt hij. In dat jaar, waarin Rusland Oekraïne binnenviel en de energieprijzen flink opliepen, was namelijk sprake van een breed koopkrachtverlies.
„De energieprijzen zijn intussen weer gedaald, maar andere producten zijn bepaald niet goedkoper geworden”, aldus de Nibud-directeur. „We komen weer op adem, maar voor veel mensen blijft het financieel een onzekere tijd. De verhogingen van uitkeringen en het minimumloon garanderen bij lange na nog niet voor iedereen een aanvaardbaar bestaansminimum.” Hij roept de partijen die momenteel betrokken zijn bij de kabinetsformatie op „alle voorwaarden van bestaanszekerheid mee te nemen in de noodzakelijke maatregelen”.
Het Nibud heeft bij zijn berekeningen geen rekening gehouden met specifieke omstandigheden. Dan gaat het bijvoorbeeld om iemands reiskostenvergoeding of het gebruik van kinderopvang. Het instituut waarschuwt dat er in de praktijk nog veel meer variabelen zijn die meespelen bij je koopkracht. Zaken als een promotie op het werk, werkloos raken, gezinsuitbreiding of een verhuizing kunnen allemaal van invloed zijn.