Ombudsmannen roepen staatssecretaris op tot beter daklozenbeleid
Het aantal daklozen is nog steeds te groot, en daarom is er meer inspanning nodig om de daklozenproblematiek op te lossen. Dat schrijven Nationale ombudsman Reinier van Zutphen en Kinderombudsman Margrite Kalverboer maandag in een brief aan demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid).
De ombudsmannen geven aan dat met het Nationaal Actieplan Dakloosheid een begin is gemaakt aan het oplossen van de dak- en thuisloosheid. Maar de aanpak moet volgens hen op een veel grotere schaal worden ingezet en het tempo moet omhoog.
Ook benadrukken ze dat door een nieuwe telmethode is gebleken dat veel meer vrouwen en kinderen dak- of thuisloos zijn dan gedacht. „Deze vrouwen en kinderen slapen bijvoorbeeld bij vrienden op de bank of verblijven in tijdelijke (slechte) huisvesting zoals kraakpanden, caravans of auto’s. Maar ze zijn feitelijk dakloos”, legt Kalverboer uit.
Volgens haar komt het ook voor dat kinderen en ouders van elkaar worden gescheiden. „Nog steeds is er te weinig aandacht voor wat dakloosheid doet met welzijn en waardigheid van mensen en wat dit betekent voor de ontwikkeling van kinderen. Hun belang wordt niet of te weinig meegewogen in de besluitvorming”, aldus de Kinderombudsman.