Legt de spreidingswet een bom onder de formatie?
De spreidingswet haalt dinsdag in de Eerste Kamer een ruime meerderheid. Daarmee is sprake van „een groot probleem”, vindt PVV-leider Wilders. Loopt de formatie daar op stuk?
Dat de spreidingswet dinsdag wordt aangenomen, is pijnlijk voor Wilders en voor VVD-partijleider Yeşilgöz. Wilders ziet de wet als een dwangwet en is beducht voor een aanzuigende werking. Yeşilgöz verloor elke grip op de parlementaire afhandeling, nadat de Eerste Kamer er op 31 oktober vanaf zag de wet controversieel te verklaren. Medio december riep zij de Senaat toch op de besluitvorming voor de duur van de formatie te parkeren. Nu staat ze dubbel in haar hemd: haar oproep werd genegeerd en de VVD-senaatsfractie is ook nog eens eensgezind voor.
Wilders woede zal ermee te maken hebben dat hij via de media moest vernemen dat de VVD-senatoren om waren. Blijkbaar had Yeşilgöz aan de formatietafel niet aan verwachtingsmanagement gedaan. Ongetwijfeld is ook de vraag door zijn hoofd gegaan welk voorgenomen (asiel)beleid van het nieuwe kabinet de VVD-senatoren straks nog meer kunnen blokkeren; als ze dat zouden willen.
En tenslotte zal hebben meegespeeld dat hij begin deze maand, daags voor de formatie weer werd hervat, drie omstreden PVV-initiatiefwetten introk. Naar goed Haags gebruik horen de andere formerende partijen daar op hun beurt iets tegenover te stellen, maar dat gebeurde niet. Kreeg de PVV’er dinsdag naar verluidt al te horen dat de schatkist geen ruimte biedt voor al zijn dure zorgplannen (zoals het afschaffen van het eigen risico en het opnemen van de mondzorg in het basispakket), dinsdag krijgt hij ook nog eens de spreidingswet in zijn maag gesplitst.
De PVV-kiezer zou daaruit af kunnen leiden dat vooral Wilders moet inleveren, terwijl de VVD vrolijk blijft voortgaan op de door de PVV-verfoeide lijn-Van der Burg; wat Yeşilgöz ook roept. Voor de beeldvorming, waar Wilders zeer gevoelig voor is, is dat funest.
Opgewekt
Toch toonde informateur Ronald Plasterk zich eind vorige week nog altijd monter en opgewekt. En met reden, want het zou zomaar kunnen dat de soep minder heet wordt gegeten dan zij wordt opgediend. Deels heeft dat te maken met het verschil tussen de huisvestingswet (voor de opvang van statushouders) en de spreidingswet (die over de opvang van asielzoekers gaat).
Voor de opvang van statushouders roept de wet alle gemeenten in medebewind: zij móéten het rijk assisteren bij die taak. Schieten zij daarin tekort dan heeft de commissaris van de Koning de beginselplicht een taakverwaarlozingsprocedure op te starten. Die kan uitmonden in de zogeheten indeplaatsstelling, de hoogste trap van de escalatieladder. De commissaris neemt in dat geval de bevoegdheden van het college over en regelt zelf de huisvesting.
Of dergelijke bevoegdheden ook kunnen worden ingezet via de spreidingswet moet nog blijken. Die is op dat punt stukken vager. De Raad van State wees er al op dat de brede medebewindstaak van de huisvestingswet in de spreidingswet niet met zoveel woorden is opgenomen. Die lijkt zich dus slechts uit te strekken tot de gemeenten die de staatssecretaris opneemt in zijn verdeelbesluit. In het Nederlands Juristenblad (NJB) concludeerden vier juristen in oktober dat in de spreidingswet slechts sprake lijkt te zijn van „facultatief medebewind”; alleen de gemeenten die zich aan de provinciale regietafel bereid verklaren vrijwillig mee te doen, hebben realisatieplicht.
Hoe dan ook, duidelijk is dat degene die de spreidingswet moet handhaven voldoende manoeuvreerruimte heeft om de inzet van dwangmiddelen achterwege te laten. Dat is interessant, want dankzij een amendement van ChristenUnie en Volt is de handhaver straks niet de commissaris, maar de verantwoordelijk bewindspersoon in het kabinet. Het is voor PVV, VVD, NSC en BBB dus betrekkelijk eenvoudig om af te spreken dat de toekomstige bewindspersoon voor asiel geen dwang zal toepassen en om daar desgewenst een zin over op te nemen in het onderhandelingsakkoord.
Asielinstroom
Verder neemt de druk op de vier partijen om met maatregelen te komen die de asielinstroom beperken alleen maar toe. Alle vier wilden ze immers wachten met een spreidingswet tot de instroom was gedaald. Nu de wet al op 1 februari van kracht wordt, kan Wilders, wanneer de besprekingen over asiel en migratie gaan, des te harder met de vuist op tafel slaan.
En last but not least blijft gelden dat er voor elk van de afzonderlijke partijen het meest te halen valt in een combinatie van PVV, VVD, NSC en BBB. In zee gaan met GL-PvdA, D66 of welke partij dan ook biedt minder mogelijkheden en is minder aantrekkelijk. Anders gezegd, de vier zijn tot elkaar veroordeeld. Dat maakt dat Wilders zich wel drie keer zal bedenken voor hij de stekker deze week al uit de onderhandelingen trekt.