Tanende hoop op snelle renteverlaging zet beurzen New York lager
De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag met verliezen geëindigd. Beleggers waren er minder zeker van dat de Federal Reserve de rente in de Verenigde Staten snel zal verlagen. Verrassend sterke cijfers over de Amerikaanse economie geven de koepel van centrale banken mogelijk de ruimte om de leenkosten langer hoog te houden in de strijd tegen de hoge inflatie.
De Dow-Jonesindex verloor 0,3 procent tot 37.266,67 punten. De S&P 500 verloor 0,6 procent tot 4739,21 punten en de door techbedrijven gedomineerde Nasdaq zakte 0,6 procent tot 14.855,62 punten.
Voor de openingsbel werd bekend dat de verkopen van Amerikaanse winkeliers in december harder waren gestegen dan economen in doorsnee hadden verwacht. Daarnaast groeide de industrie in ’s werelds grootste economie, terwijl een kleine krimp was verwacht. De Federal Reserve meldde in zijn zogeheten Beige Book, een rapport over de Amerikaanse economie, wel dat de arbeidsmarkt waarschijnlijk iets is afgekoeld.
Vliegtuigfabrikant Boeing won gedurende de sessie 1,3 procent. De Amerikaanse luchtvaartautoriteit FAA zei de inspectie van een eerste groep van veertig vliegtuigen te hebben afgerond. Tegelijkertijd staan de fabrieken Boeing onder verscherpt toezicht nadat een toestel van het type 737 MAX 9 eerder deze maand een deurpaneel had verloren. Sinds de jaarwisseling raakte Boeing zo’n 22 procent kwijt door de kwestie.
Tesla behoorde ook tot de verliezers. De fabrikant van elektrische auto’s verlaagde op de Duitse markt de prijzen voor zijn Model Y om de verkopen aan te jagen. Het aandeel werd bijna 2 procent minder waard.
Spirit Airlines ging verder omlaag en zakte ruim 22 procent. De luchtvaartmaatschappij zag haar beurswaarde dinsdag al bijna halveren nadat een rechter de beoogde overname door JetBlue had geblokkeerd. JetBlue zelf verloor bijna 9 procent.
De bank en beursbroker Charles Schwab presenteerde zijn kwartaalresultaten en zakte 1,3 procent. De winst van het bedrijf was in het vierde kwartaal gedaald. Ook stalden klanten per saldo minder geld bij de bank. Volgens topman Walt Bettinger ging het om de moeilijkste periode voor het bedrijf sinds 2000, toen het barsten van de zogenaamde internetbubbel voor problemen zorgde.
De olieprijzen kwamen niet veel in beweging. Een vat Amerikaanse olie steeg 0,6 procent in prijs tot 72,81 dollar. Brentolie verloor juist 0,3 procent tot 78,07 dollar per vat. De euro steeg ruim 0,1 procent tot 1,0882 dollar.