Dat heeft de brancheorganisatie Bouwend Nederland vrijdag gemeld. „De bouwbedrijven willen op deze manier een einde maken aan het verleden”, zei een woordvoerder. De ondernemingen bekennen geen schuld, benadrukte hij. „De sector wil een streep onder het verleden zetten. Hiermee voorkomen we dat we in een oeverloos juridisch traject terechtkomen.”

De overeenkomst tussen de bouwbedrijven en de overheden is zo goed als rond. De compensatie voor de schade wordt verdeeld over de Unie van Waterschappen, de gemeenten verenigd in de stichting Regres Bouwnijverheid, de provincies en de gemeenten Amsterdam, Rotterdam en de Haarlemmermeer. Ook het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en spoorbeheerder ProRail delen mee in de schadevergoeding.

De bouwbedrijven kopen met deze schikking de 1100 claims op het gebied van weg- en waterbouw en utiliteitsbouw (overheidskantoren) af. De gedupeerde overheden zien af van verdere procedures. Er is nog niet besloten hoeveel elk bouwbedrijf bijdraagt aan de schadevergoeding. Er wordt nog niet naar buiten gebracht hoeveel schadevergoeding de overheden elk krijgen toegewezen.

De NMa maakte eind januari bekend dat de bouw voor 135 miljoen euro aan boetes krijgt opgelegd, nadat eind 2003 al voor ruim 100 miljoen aan sancties was uitgedeeld.

De bouwbedrijven moesten voor aanstaande dinsdag de schadevergoeding met de gedupeerde overheden rond hebben om aanspraak te kunnen maken op de kortingsregeling van de NMa. Onder deze regeling mogen bedrijven 10 procent van hun bijdrage aan de gezamenlijke schadevergoeding aftrekken van de NMa-boete. De bedrijven kunnen zo tot maximaal 10 procent korting krijgen op hun boetebedrag.

Bedrijven die goed meewerken, krijgen onder de clementieregeling, die losstaat van de kortingsregeling, tot 50 procent korting op het boetebedrag. De boetes die de NMa oplegt, zijn gerelateerd aan de omzet van de bedrijven.