COA-voorzitter ziet geen reden spreidingswet niet aan te nemen
Het aannemen van de spreidingswet door de Eerste Kamer is van „wezenlijk belang”, zegt Milo Schoenmaker, bestuursvoorzitter van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). „Anders blijven we in de situatie waarin we nu zitten. Met heel weinig mogelijkheden om mensen te plaatsen, iedere dag weer puzzelen en kijken of het past. Dat houden we niet vol.” De voorzitter hoopt dan ook echt dat de wet wordt aangenomen. „Ik zou eigenlijk geen reden zien om het niet te doen.”
Schoenmaker was dinsdag bij de Eerste Kamer in Den Haag waar een petitie werd overhandigd namens het COA, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO). Ze roepen de senaat dringend op in te stemmen met het wetsvoorstel, dat zorgt voor een eerlijke verdeling van asielzoekers over gemeenten in het land.
De huidige situatie is volgens de COA-voorzitter niet goed voor de medewerkers, „maar vooral niet voor de asielzoekers. Die worden van hot naar her gesleept door ons.” Ze volgen het debat niet van heel dichtbij, weet Schoenmaker, maar vragen wel naar een oplossing voor hun situatie. „Sommigen wachten al heel lang tot ze door kunnen naar een betere locatie. We vertellen ze dat het een hot item is in de Nederlandse politiek. En dat er belangrijke besluiten worden genomen vandaag en volgende week.”
Mocht de spreidingswet er niet komen, dan „zou dat echt een heel slechte boodschap zijn”, zegt Schoenmaker. „Dan moeten we kijken hoe we verder gaan. Ik vrees wel dat de moraal dan opgevijzeld moet worden bij onze medewerkers.” Hij gelooft wel dat de COA-medewerkers hun werk zullen blijven doen. „Maar deze wet biedt perspectief. Dat je weet, we zitten nu heel erg moeilijk, maar met de spreidingswet komen we ergens. Als die er niet komt, dan is het perspectief er niet en dan moet je maar afwachten wat er voor in de plaats komt.” Het verlagen van de instroom van asielzoekers is volgens hem in elk geval geen oplossing voor de korte termijn.
Hoewel er nu gemeenten zijn die nog geen asielzoekers opvangen, verwacht Schoenmaker dat er maar weinig zijn die dit echt niet willen. „De meeste zeggen dat het draagvlak niet groot is, maar als het hun taak is dan moeten ze die uitvoeren. Dan kan het gesprek met het college, de gemeenteraad en bewoners makkelijker plaatsvinden.”