Schoonheid: Mensen zoals wij
Hoe zien we onszelf en hoe willen we dat anderen ons zien? We denken heel goed na over de foto’s en de selfies die we op sociale media plaatsen. Bij de Egyptische mummieportretten uit het begin van onze jaartelling speelde precies hetzelfde, vindt directeur Els van der Plas van museum Allard Pierson. „Dat maakt ze zo onontkoombaar actueel.”
In het Amsterdamse museum zijn momenteel 38 van deze eeuwenoude mummieportretten te zien in de tentoonstelling ”Oog in oog”.
Klik op de hoofdfoto om de portretten te bekijken.
Duizenden jaren hebben de oude Egyptenaren hun doden gebalsemd. Ze geloofden in een leven na dit leven en meenden dat het nodig was om de lichamen van gestorvenen als mummies in grafkamers voor de eeuwigheid te bewaren, met alles wat ze in het dodenrijk aan spullen nodig zouden kunnen hebben.
De mummies werden voorzien van het portret van de overledene, denk aan bijvoorbeeld het beroemde dodenmasker van farao Toetanchamon. Het idee was dat de overledenen in het hiernamaals offers van nabestaanden tot zich konden nemen en konden eten. Het portret hoefde niet al te zeer te gelijken. Het ging er juist om dat de overledenen het evenbeeld werden van de dodengod Osiris, zodat ze een bijna goddelijke status kregen.
In het jaar 30 voor Christus lijfde keizer Augustus Egypte in bij het Romeinse Rijk. Daardoor drongen sterker dan ooit invloeden van de Romeinse cultuur het Afrikaanse land binnen. Dat blijkt onder meer uit de mummiepaneelportretten uit de eerste tot de vierde eeuw na Christus. Deze portretten van mensen uit de hogere middenklasse zijn meestal op dunne, houten panelen geschilderd die waren vastgezet op het gezichtsgedeelte van de gemummificeerde personen. Ze staan ook wel bekend als Fajoemportretten, naar de regio in Egypte waar de meeste exemplaren zijn opgegraven. In totaal is er een duizendtal van deze fragiele en kwetsbare kunstwerken bewaard gebleven, ongeveer evenveel portretten van vrouwen als van mannen. Het Allard Pierson heeft zes mummieportretten in de eigen collectie.
Opvallend aan de portretten zijn de sprekende ogen en de frescoachtige kleuren. Ze worden beschouwd als de oudste realistisch geschilderde portretten uit Egypte. Met dank aan de Romeinen. Veel sterker dan in voorgaande tijden zijn allerlei persoonskenmerken te zien: zware wallen onder de ogen, een ooglidcorrectie, een bloeddoorlopen oog. Het zijn mensen van vlees en bloed, levend en warm.
Maar vooral wilden deze welgestelde mensen als burgers van het Romeinse Rijk worden gezien. Want daaraan ontleenden ze hun sociale status. De portretten geven daarom uitsluitend de Romeinse mode weer, ook al waren lang niet alle afgebeelde mensen daadwerkelijk Romeinse staatsburgers.
Het Allard Pierson in Amsterdam heeft 38 portretten van over de hele wereld bij elkaar gebracht in de tentoonstelling ”Oog in oog. De mensen achter de mummieportretten”. „Het is bijzonder als je aangekeken wordt door een vrouw die bijna tweeduizend jaar geleden is vereeuwigd”, schrijft directeur Els van der Plas in het voorwoord van de catalogus die bij de tentoonstelling is verschenen bij een van de portretten. „Haar glimlach is mysterieus, haar grote bruine ogen kijken je nieuwsgierig aan en ze heeft zich prachtig aangekleed.”
Juist omdat deze prachtige portretten de mummies een gezicht geven, wordt duidelijk dat het gaat om mensen zoals wij. Museumconservator Ben van den Bercken en egyptoloog Olaf E. Kaper stellen in de catalogus terecht de vraag of het ethisch verantwoord is om (delen) van skeletten, gemummificeerde lichamen en veenlijken in musea te laten zien aan bezoekers. Het tonen van respect geldt ook voor mensen die 2000 jaar geleden leefden.