Milosevic-proces krijgt ‘versnelde’ getuigenverhoren
Het Joegoslavië-Tribunaal heeft vrijdag in het Milosevic-proces voor het eerst een half schriftelijke, half mondelinge procedure voor getuigenissen toegepast om de procesgang te versnellen. Reden daarvoor is dat het proces steeds verder achterraakt op het tijdschema.
Normaal moeten de getuigen á charge in een vaak urenlang vraag- en antwoordspel met de aanklagers mondeling vertellen wat zij aan belastend materiaal hebben in te brengen. Vervolgens krijgt de verdediging - in dit geval Milosevic zelf - de gelegenheid de uitspraken uit het zogeheten hoofdverhoor van de aanklagers te ontkrachten in een kruisverhoor.
Hierop volgt een kruisverhoor door de amici curiae (vrienden van het hof), een drietal advocaten, onder wie de Nederlander Wladimiroff. De amici zijn in het belang van de rechtsgang door de rechters aangewezen om een deel van de taken van de verdediging op zich te nemen zonder formeel raadsman te zijn.
Na de amici krijgen de aanklagers een tweede keer gelegenheid tot een verhoor, waarop ook de rechters vragen kunnen stellen. Door de tijdrovende procedure dreigt het proces tot 2004 of langer te duren.
Vrijdag is in de Milosevic-zaak voor het eerst de procedure volgens artikel 92bis van de Regels van Procedure en Bewijsvoering toegepast. Daarbij kan het hoofdverhoor worden vervangen door een schriftelijke verklaring die een griffier eerder na een gesprek met een getuige heeft opgesteld en die door de getuige is ondertekend.
Die tekst wordt vantevoren aan alle partijen uitgedeeld. Doordat het hoofdverhoor wegvalt kunnen soms uren tijd per getuige worden bespaard. De getuigen moeten wel nog naar Den Haag komen voor het kruisverhoor door Milosevic en de overige bovengenoemde stappen.
De eerste twee ’92bis-getuigen’ waren vrijdag de leraar Xhafir Beqirai, een Kosovo-Albanese leraar uit Prizren, en de ongeletterde Kosovo-Albanese boer Reshit Salihi. Beqirai vertelde hoe hij en zijn buren door de Servische politie werden verdreven en zij naar Albanië moesten gaan tijdens de NAVO-bombardementen op Joegoslavië in 1999. Salihi vertelde hoe zijn dorp door het Joegoslavische leger werd beschoten.
De 92bis-procedure is in eerdere processen ingezet voor minder belangrijke getuigen. Voorbeelden daarvan zijn mensen die niet rechtstreeks iets over de verdachte en de ten laste gelegde feiten kunnen zeggen of getuigen die min of meer herhalen wat andere getuigen eerder hebben gezegd.