Israël moet snel met toekomstplan voor Palestijnen komen
De oorlog tussen Israël en Hamas duurde zondag precies 100 dagen. Een trieste mijlpaal in een conflict waarvan de impact op de wereld steeds groter wordt. Soms lijkt het wel alsof vergeten is waarmee het conflict begon.
Terreurorganisatie Hamas voerde op zaterdag 7 oktober een grote aanval uit op het zuiden van Israël waarbij zo’n 1200 Israëliërs werden afgeslacht en enkele honderden als gijzelaars werden meegenomen naar Gaza. Niet veel later viel Israël Hamas aan met bombardementen en later met grondtroepen. Het doel: eliminatie van de terreurorganisatie. Het resultaat tot nu toe: Israël zit in het internationale beklaagdenbankje en de verdeeldheid onder Israëlische politici is weer helemaal terug.
Inmiddels is Israël door Zuid-Afrika zelfs aangeklaagd bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag voor volkerenmoord. En in ons eigen land komt Israël ook steeds meer onder vuur te liggen. Een campagne met posters van gegijzelde Israëliërs op billboards lijkt er niet te komen. Er wordt gevreesd voor nog meer polarisatie. Dat afgelopen zaterdag door pro-Palestijnse demonstranten op de Dam in Amsterdam duizenden kinderschoenen werden neergezet om aandacht te vragen voor de meer dan 20.000 Gazanen die door Israël zouden zijn omgebracht, mag dan weer wel.
Voor alle duidelijkheid: laat niemand z’n schouders ophalen over de duizenden doden die er inmiddels in Gaza te betreuren zijn. Ook al kun je vraagtekens zetten bij de cijfers die Hamas over de oorlog verspreidt, duidelijk is in ieder geval dat er duizenden mensen zijn omgekomen en dat zo’n 80 procent van de ruim 2 miljoen Gazanen inmiddels uit zijn huis is gevlucht. Veilig zijn ze nergens, mede omdat Hamas niet aarzelt burgers als menselijk schild te gebruiken.
Maar niet Hamas wordt aangeklaagd, maar Israël. Zo gaat dat in een wereld waarin de publieke opinie, na even gezwabberd te hebben tussen sympathie voor Israël of de Palestijnen, nu heel duidelijk voor de laatste groep kiest. En hoe raar het ook klinkt: juist die overweldigende sympathie voor de Palestijnen is een van de redenen waarom een veilige Joodse staat van levensbelang is voor de paar miljoen Joden die wonen op een piepklein eiland in een zee van Arabieren.
Israël is nog steeds in shock na het trauma van 7 oktober. Begrijpelijk. Tegelijk is het hoog tijd dat het land niet alleen kijkt naar Hamas en de noodzakelijke vernietiging van die terreurorganisatie. Het feit dat er bij de leiders van het land geen overeenstemming is over hoe de toekomst van de Palestijnen eruit moet zien, begint Israël steeds meer op te breken. Na 100 dagen van relatieve eensgezindheid sluipt de verdeeldheid weer de regeringszalen in het land binnen. En die onderlinge verdeeldheid, waarbij sommige ministers de meest extreme dingen roepen, is voor Israël een veel grotere bedreiging dan de vijandschap van de publieke opinie of zelfs een eventuele veroordeling door het Internationale Gerechtshof.